Het onderzoek is hard nodig, want ons fietsgedrag is aan het veranderen, zegt Marco te Brömmelstroet, academisch directeur van het Urban Cycling Institute. 'In Nederland zijn we vooral goed geweest in het claimen van ruimte voor de fietser alsof het een autootje is', zegt hij. 'Maar op plekken waar fietsers domineren, zoals in de provincie Drenthe of in binnensteden van Amsterdam en Utrecht, zie je dat de logica niet meer goed werkt.'
'We zijn gewoontedieren'
Zo liggen veel fietspaden naast autowegen, maar willen fietsers dat eigenlijk niet en denken we altijd dat we de kortste route nemen, maar ook dát doen we meestal niet. We zijn namelijk ook gewoontedieren, die graag over bepaalde stukken of routes fietsen. Fietsers zíjn wel geïnteresseerd in de kortste route, maar nog veel meer in een leukere route, zegt Te Brömmelstroet. 'Die uitdagend is, waar je kunt kletsen of elkaar tegenkomen.'
Welke rol spelen zintuigen bij het fietsen?
Met behulp van bestaande data wil het Urban Cycling Institute in kaart brengen welke vragen aan die data te stellen zijn. Te Brömmelstroet wil weten hoe onze zintuigen een rol spelen in routekeuzegedrag of hoe je je gedraagt op een kruispunt. 'GPS-data vullen we aan met interviews over percepties en ervaringen en we doen ook veel observaties.' De gemeente Amsterdam onderzoekt bijvoorbeeld al hoe fietsers zich gedragen op een kruispunt en neemt die onderzoeksresultaten mee in een herontwerp.