
'In 2025 komt er nieuwe regelgeving die stuurt op meer concurrentie voor het openbaar vervoer in Europa', aldus Veeneman. 'Men gelooft dat meer concurrentie leidt tot meer kwaliteit.' Volgens Veeneman valt er iets te zeggen voor die theorie, maar 'het geldt niet altijd overal'.
Lees ook | NS vreest concurrentie als staatssecretaris de spoormarkt openbreekt
Nederland is daar een goed voorbeeld van, vindt hij. 'De overheid hier zegt dat een aanbesteding van het openbaar vervoer op het hoofdrailnet te complex is en dat er nog niet naartoe gewerkt wordt. Daarom willen ze aan het eind van 2023 - als de oude regels nog gelden - het spoornet aan de NS gunnen voor tien jaar.' Maar, de Europese Commissie fluit de overheid daarop terug. 'De toezegging in 2023 zou dan gaan over treinen die pas in 2025 gaan rijden, en de Europese Commissie vindt dus dat dan de nieuwe regels moeten worden aangehouden.'
Niet handig
Aan de andere kant valt er ook iets te zeggen voor het standpunt van de Nederlandse overheid, zo vindt Veeneman. 'Als je het nu voor 2025 zou willen aanbesteden, krijg je de klus simpelweg niet rond. Dat wordt een enorme puinhoop omdat er te weinig tijd is om het goed te doen.'
Lees ook | Brancheverenigingen: verlaag belasting op openbaar vervoer
Hij voorziet dan ook weinig andere opties voor de kwestie, behalve dan dat de overheid tóch de onderhandse gunning aan NS geeft. 'En als een rechter gaat zeggen dat er tóch een aanbesteding moet komen, kan dat eigenlijk niet voor 2023. En voor 2025 wordt het ook lastig. Natuurlijk is er een groot grijs gebied, dat het mogelijk voor enkele jaren nog verlengd mag worden, maar dat is nog niet duidelijk. Dat is de spanning waar men nu in verkeert.'