'Dit probleem hangt samen met de nog flinke gevolgen van de coronacrisis', zegt haveneconoom Bart Kuipers. 'De diepzeecontainerreders zijn zeer onbetrouwbaar geweest vanwege de vraag. We mochten niet uit eten, maar wel online spullen kopen. Het systeem kon niet aan die vraag voldoen. Bedrijven hebben hun goederen daarom eerder gekocht, waardoor alle distributiecentra in het achterland van de Rotterdamse haven, maar ook de binnenvaartterminals vol liggen met goederen die in een vroegtijdig stadium besteld zijn.'
Lees ook | Omzet transportsector stijgt, maar ook de kosten
Dat zou op zich nog een te behappen probleem zijn geweest, ware het niet dat door de hoge inflatie en energieprijzen ook de vraag naar al die goederen flink is gedaald. 'Daardoor blijft het allemaal staan', aldus Kuipers. 'De hele keten zit vol, en dat is een groot probleem. De gemiddelde tijd dat een container op een terminal ligt, was zo'n drie à vier dagen. Dat piekte dit jaar naar zo'n twaalf dagen, dus dat is gigantisch.'
Structurele oplossing
Betere communicatie en het delen van gegevens tussen de haven, de binnenvaart, het spoor en de weg moet de opstapeling gaan verhelpen. In de binnenvaart is door beter te overleggen al heel veel aan efficiëntie gewonnen volgens Kuipers. 'En nu is er bij het wegvervoer een probleem dat de terminals vanwege de chaos extra kosten rekenen als wegvervoerders overdag komen. Die truckers hebben ook nog hogere brandstofprijzen en een gebrek aan chauffeurs, dus die extra kosten zijn een ramp. Zij willen net als voor de binnenvaart overleg om dit structureel op te lossen.'
