Waar je je elektrische auto inplugt om op te laden, heeft grote gevolgen voor hoeveel je betaalt. Dat stelt Independer. De site maakte een vergelijking van de Nederlandse gemeentes, en tussen de prijzen in de duurste en goedkoopste gemeente blijkt liefst 35 cent per kilowattuur (kWh) te zitten.
‘Het is dus niet zo dat Amsterdam, of de grote steden, het duurst zijn’
Voor een gemiddelde elektrische auto betekent het dat je zo'n 25 euro meer betaalt op Terschelling, de duurste plek om te laden, dan in Losser in Overijssel, de goedkoopste.
Grote steden niet het duurst
Op plek twee en drie van duurste plekken om te laden staan Utrecht en Súdwest-Fryslân. 'Het is dus niet zo dat Amsterdam, of de grote steden, het duurst zijn, zoals veel mensen zouden denken', aldus Kerkhof. Independer ging niet op zoek naar waarom de prijzen zo verschillen.

Lees ook | Minder laadpalen als gevolg van 'te veel regelgeving'
Mensen die een eigen laadpaal hebben, betalen momenteel rond de 40 cent per kWh. 'Voor de energiecrisis was dat nog maar 20 cent', zegt Kerkhof. 'Toen de energieprijzen op hun hoogst waren, betaalden sommige mensen zelfs een euro per kWh. Maar intussen dalen de prijzen gelukkig weer.'
Elektrisch wel goedkoper dan benzine
In vergelijking met een benzineauto is rijden met een 'ev' wel goedkoper. 'Met een elektrische auto kost het 52 euro om 600 kilometer te overbruggen. Met een benzineauto, op basis van 1,75 euro per liter, kom je uit op 70 euro. En met de accijnsverlaging die vervalt op 1 juli zal dat nog toenemen.'