De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, heeft dat bekendgemaakt. In het oosten van Oekraïne houden gewapende pro-Russische separatisten gebouwen van de Oekraïense overheid bezet.
Lavrov liet weten dat de partijen het verder eens zijn dat 'de-escalatie' nodig is in het conflict over Oekraïne. In een verklaring roepen de deelnemers aan het topoverleg op tot een 'nationale dialoog' in Oekraïne.
Rusland, de VS en de EU roepen bovendien alle partijen in Oekraïne op om geen geweld te gebruiken. Ook zal Rusland de missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Oekraïne steunen. Die missie houdt onder meer in dat internationale waarnemers naar Oekraïne zullen gaan om erop toe te zien dat de situatie daar weer op orde komt.
In de 'Genève-verklaring' staat verder dat alle demonstranten in Oekraïne amnestie moeten krijgen. Ook de betogers die bezette gebouwen verlaten en wapens inleveren. Een uitzondering geldt voor degenen die ernstige misdaden hebben begaan.
Heikel puntje
"Het blijft een kwestie van 'eerst zien, dan geloven'", zegt Oekraïne-watcher Geert Jan Hahn. "Maar ze zijn eruit. Dat is voor dit moment goed nieuws."
Wel noemt Hahn het opvallend dat Katherine Ashton, buitenlandcoördinator van de Europese Unie, na afloop van de top de Oekraïense presidentsverkiezingen op 25 mei aanhaalde als 'de manier waarop Oekraïners hun wens kunnen uiten'. "Oer die verkiezingen heeft Lavrov helemaal niets gezegd", stelt Hahn. "Dus dat kan misschien nog een heikel puntje worden."