Deeleconomie: knuffelbedrijven of cowboys?
Het aantal Nederlanders dat gebruikmaakt van deelplatformen is in vier jaar tijd flink gegroeid, van 6 procent in 2013 naar bijna 25 procent in 2016. Hebben we inmiddels te maken met een volwassen, harde vorm van geld verdienen of is de deeleconomie nog steeds het vriendelijke middel om dingen te delen en daarmee een zakcentje te verdienen?
'Het valt echt niet mee om echte deeleconomie te zijn', zegt Daan Weddepohl, oprichter van Peerby, een website waarmee je spullen kunt lenen van buurtgenoten. 'Deeleconomie gaat over het delen van overcapaciteit', doceert hij. 'Als je echt deelt, heeft dat heel veel sociale voordelen, milieuvoordelen, maar - en daar gaat de discussie nu vaak over - er zijn ook allerlei platformen - platformeconomie - die helemaal geen deeleconomie zijn, die heel vaak een negatieve invloed hebben.' Weddepohl verwijst naar grote, vaak Amerikaanse, bedrijven die vooral gaan voor aandeelhouderswaarde. 'Die platformen worden op één hoop gegooid met eigenlijk heel mooie sociale initiatieven.'
Snelle groei
Ook Magda Smink van het Rathenau Instituut, dat onlangs een rapport uitbracht over de deeleconomie, constateert zulke verschillen. 'Waar wij onder andere heel bezorgd over zijn, is dat platformen heel snel kunnen groeien en dat hetgene wat in het begin leuk en knuffelig is, op een gegeven moment zo groot wordt dat het een monopolie kan worden.' Als het zover komt, zegt Smink, is er bijna geen grip meer op zo'n bedrijf te krijgen. 'Waar wij voor pleiten is dat je in het begin die platformen de ruimte biedt, want er is gewoon heel veel winst te behalen als maatschappij', zegt Smink, 'maar houd het wel in de gaten'.
Lees ook: Aantal Airbnb-listings in Amsterdam blijft stijgen
Grens
Victor van Tol, ceo van SnappCar, dat overigens nog geen winst maakt, denkt dat winst en maatschappelijke voordelen hand in hand kunnen gaan. 'Natuurlijk groei je, als het goed is, hard. Dat hoort bij impact maken, dan moet je ook hard groeien. Dat kun je een monopolie noemen, maar het is natuurlijk een heel kleine markt, dus de vraag is dan even: wat is een monopolie? En naarmate je in die volgende fase van groei komt, moet je steeds weer opnieuw kalibreren: hoe verhouden die economische, sociale en ecologische doelen zich, hoe passen we binnen de huidige wet- en regelgeving - want dat is natuurlijk ook een grens waar je niet overheen wilt.'
Meer belangen dan aandeelhoudersbelang
Weddepohl: 'Het grote misverstand is volgens mij dat geld proberen te verdienen om de lonen van medewerkers te betalen hetzelfde is als kapitalistisch winstbejag. Dat zijn wel even twee verschillende dingen. Zelfs een goed doel heeft geld nodig om de medewerkers te betalen. Ik denk dat het maken van onderscheid tussen iets wat óf helemaal not for profit óf only for profit een heel ouderwets, heel onverstandig onderscheid is, want dat betekent eigenlijk: dweilen met de kraan open. De ene vorm maakt de wereld kapot en de andere moet hem weer oplappen. Het moet eigenlijk ineen zijn. Dat is dat for benefit. Dat kun je vastleggen in je aandeelhoudersovereenkomst: wij dienen niet alleen het aandeelhoudersbelang, wij dienen alle belangen.'