Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) krijgt signalen dat er steeds vaker online college wordt gegeven, zonder dat coronaregels een onderwijsinstelling daartoe verplichten. ‘Bijvoorbeeld vanwege capaciteitsproblemen of zodat studenten in het buitenland lessen makkelijker kunnen volgen', stelt ISO-voorzitter Lisanne de Roos. 'Dan misbruik je eigenlijk de coronacrisis.’
De Landelijke Studentvakbond (LSVb) maakt zich eveneens zorgen. 'Het is niet altijd een slechte zaak dat meer onderwijs online gegeven wordt', zegt voorzitter Ama Boahene. 'Maar als tijd, geld of ruimte besparen de motivatie is, vinden wij het onwenselijk.'
‘Ook goede kanten aan online onderwijs’
Koepelorganisaties voor hogescholen en universiteiten zeggen dat de coronacrisis de gang naar online onderwijs inderdaad heeft versneld, maar dat het middel buiten lockdowns alleen wordt ingezet wanneer het de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. 'De afgelopen twee jaren hebben ook goede kanten van online leren laten zien', aldus Jos Steehouder, woordvoerder van de Vereniging Hogescholen.
Dat elke onderwijsinstelling online onderwijs slechts inzet omdat het educatieve voordelen biedt, daar vertrouwen de studentenorganisaties niet op. Het ISO wil daarom dat minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf snel werkt maakt van een toetsingskader. In dat kader moet worden vastgelegd wanneer online onderwijs gewenst is. Dijkgraafs voorganger Ingrid van Engelshoven beloofde dit vorige maand aan de Tweede Kamer, na een voorstel van Kamerlid Jan Paternotte (D66).
Het Ministerie van Onderwijs laat aan BNR weten dat het in nauwe samenspraak met studenten en onderwijsinstellingen aan richtlijnen wil werken. Voor de zomer moet er een plan liggen. 'Online onderwijs moet doordacht worden ingezet en mag geen afbreuk doen aan de onderwijskwaliteit', zo laat een woordvoerder weten namens minister Dijkgraaf.
'Docent en opleiding kunnen zelf afweging maken'
Universiteiten en hogescholen zijn over dit voornemen niet te spreken. Een afwegingskader zoals de minister wil, vinden de universiteiten niet nodig, zegt Ruben Puylaert van Universiteiten van Nederland, dat de belangen van de veertien Nederlandse universiteiten behartigt. 'Deze afweging kunnen docenten en opleidingen het beste zelf maken'.
Ook hogescholen zien geen brood in gemeenschappelijke spelregels. 'Onze docenten gaan over didactiek, niet de de Tweede Kamer of de minister', zegt de Vereniging Hogescholen.
