Onderwijs10 jan '23 21:45Aangepast op 11 jan '23 12:10

Wiersma: 'Het is niet dat ik het in gang gezet heb, maar ik zie hoe hard er gewerkt wordt in het onderwijs'

Auteur: Remy Kock

Precies één jaar is Dennis Wiersma minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in kabinet-Rutte IV, en gemakkelijk heeft hij het niet gehad. Zo moet het niveau van het onderwijs in rap tempo omhoog en heeft hij te maken met een gigantisch lerarentekort, dat snel opgelost moet worden.

Precies één jaar is Dennis Wiersma minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in kabinet-Rutte IV, en gemakkelijk heeft hij het niet gehad. Zo moet het niveau van het onderwijs in rap tempo omhoog en heeft hij te maken met een gigantisch lerarentekort, dat snel opgelost moet worden.
Precies één jaar is Dennis Wiersma minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in kabinet-Rutte IV, en gemakkelijk heeft hij het niet gehad. Zo moet het niveau van het onderwijs in rap tempo omhoog en heeft hij te maken met een gigantisch lerarentekort, dat snel opgelost moet worden. (ROBIN UTRECHT)

Zelf vindt hij dat er al aardig wat stappen in de juiste richting zijn gezet met betrekking tot de basisvaardigheden die men leert op school en de kansengelijkheid. Hoewel hij die twee onderwerpen benoemt, spreekt hij ook van een pittig jaar. 'Zeker ook omdat het voor mij de eerste keer was dat ik minister werd. Ik heb er heel veel van geleerd in ieder geval.'

Lees ook | Kabinet steekt in 2023 miljoenen meer in onderwijs hoogbegaafden

Desondanks wisten hij en zijn collega's van OCW ruim zestig maatregelen in het coalitieakkoord te krijgen. 'En dat komt allemaal door die ene deur van het klaslokaal binnen bij de leraar', vervolgt Wiersma. 'Ook dat is pittig. Ik heb me dan ook voorgenomen om komend jaar nog beter te kijken hoe we dingen kunnen implementeren dat het voor iedereen werkt. Want we moeten wel een beetje op elkaar letten.'

Trots

Volgens Wiersma is er ook plek voor trots, terugkijkend op 2022. En dan met name voor de leraren op scholen. 'Het is niet dat ik het in gang gezet heb, maar ik zie hoe hard er gewerkt wordt in het onderwijs. Met steeds minder mensen, een hoge werkdruk, veel vertraging bij leerlingen, grotere klaslokalen, en dan toch daar je beste beentje voor kunnen zetten is heel pittig. Zelfs als leraren - zoals in de coronatijd - meer bezig zijn met organiseren dan met onderwijs geven.'

Lees ook | Één op tien banen op basisschool wordt niet vervuld

Hij vervolgt: 'Voor mij is heel bijzonder om daar aan mee te mogen werken. En wat ik merk bij leraren is dat hun bordje al best wel vol is, dat wij vanuit Den Haag heel veel van ze vragen. Van zwemmen tot EHBO tot duurzaamheid en racisme. Als je dat allemaal op hun bordje gooit - en ze een zak geld geeft zodat je zelf een goed gevoel hebt? Dat is gewoon niet werkbaar.'

Focus

Wiersma heeft dan ook een gedegen plan voor de nabije toekomst. 'Wij moeten de focus verleggen naar ín de klas', stelt hij. 'Dat we helpen om het bordje van leraren leger te maken en dat we er meer collega's omheen zetten. En het werk moet natuurlijk ook lonen, dus we hebben het salaris verhoogd. Daar ben ik trots op.'

Lees ook | Onderwijsdebat: lost meer geld de problemen op?

Hij realiseert zich echter wel dat er nog meer moet gebeuren, en dan met name op het vlak van personeel. Momenteel is er Nederland een tekort van meer dan 9.000 leraren in het basisonderwijs en 1.700 in het voortgezet onderwijs. Het onderwijs moet dus - ondanks loonsverhogingen - aantrekkelijker, zo denkt Wiersma. 'Mensen kiezen niet voor het onderwijs vanwege het salaris. Het gros kiest ervoor omdat ze zich realiseren hoe belangrijk het onderwijs is voor leerlingen en het de sleutel is tot de basis van je leven.'

Waardering uitspreken

Hij vervolgt: 'Als het onderwijs niet goed is, heeft men daar verderop in het leven last van', vervolgt hij. 'Wel wordt het steeds ingewikkelder voor leraren als de klassen groter worden. Daarom moet er waardering worden uitgesproken. Niet alleen financieel, maar het ook laten zien als samenleving.'

Lees ook | 'Leerachterstanden nog niet weg, leerlingen minder gemotiveerd'

Daarmee bedoelt hij dat er niet alleen gezegd moet worden dat er waardering is voor het onderwijs, 'maar dat we ook ons best gaan doen om andere mensen te interesseren in het onderwijs. En dat we ons best doen om te helpen waar het kan, ook al zitten we niet zelf in het onderwijs.'

Participatie

Volgens Wiersma zou burgerparticipatie een uitkomst kunnen zijn. 'Op het basisschool kunnen we best een keer bijspringen bij het voorlezen, of iets uit handen te nemen van de leraar', stelt hij. 'Ouders die voorlezen in de klas bijvoorbeeld, of een groepje leerlingen helpen.'

Lees ook | Minister wil keuze voor vmbo, havo of vwo veranderen

Hij besluit: 'Het zou heel goed zijn als we met z'n allen ons best doen om op scholen te helpen. Niet om onszelf op te dringen, maar we kunnen heus een keer vragen waar er iets gedaan kan worden. Dat gebeurt al op veel scholen, maar het wordt niet vanzelf gemakkelijker. We zullen er dus allemaal onze schouders onder moeten zetten.'


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen