Levensverzekering lijkt op sterven na dood
Nederlanders willen geen levensverzekeringen meer. De markt voor die producten is vrijwel verdwenen en verzekeraars beseffen niet hoe ernstig dat is, waarschuwt De Nederlandsche Bank in het FD. Toch pakt het voor de consument misschien juist gunstig uit, want er zal flink moeten worden gestunt met de prijzen om klanten te behouden.
Een groot deel van de omzet van verzekeringen dreigt daarmee te verdwijnen door de teloorgang van de levensverzekering. En dat terwijl die deze ooit nog de helft van de omzet vormde, zegt FD-redacteur Cor de Horde. Mede als gevolg van strengere regelgeving en een grotere onafhankelijkheid van de consument dreigt zomaar de helft van de omzet weg te vallen. "Het snijden in kosten zal het allerbelangrijkste zijn. Er werken nu nog ruim vijftigduizend mensen in de branche en DNB geeft geen enkele voorspelling op dat getal."
Maar dat er fors gesneden zal worden in den personele bezetting, dat is helder, zegt De Horde. "Met alle andere alternatieven, zoals nieuwe markten aanboren, kun je nooit het wegvallen van de helft van je omzet goedmaken. Zeker niet omdat het de meest winstgevende helft was. We hebben allemaal een autoverzekering, een contactlensverzekering, fietsverzekering, dus die mogelijkheden zijn zo ongeveer uitgemolken. Al zijn er natuurlijk wel wat gaatjes te vinden, en dat zullen ze wel doen."
De klant zal naar alle waarschijnlijkheid geen negatieve gevolgen ondervinden van deze ontwikkelingen. "In tegendeel", zegt De Horde. "Het is een open markt, dus je kunt niet met zijn allen de premies verhogen. In tegendeel: als al die bedrijven nu alle aandacht en marketing gaan inzetten op de schade, dan komt er meer concurrentie en gaan de prijzen alleen maar omlaag."
