
Pedagoog Sandra Veenstra vindt van niet: "De term achterstandskind is sowieso al een heel rare manier om over mensen te praten. Dat werkt stigmatiserend en beperkend voor de kinderen. En daarnaast is het niet per definitie zo dat een kind met laagopgeleide ouders ook een achterstand heeft in de ontwikkeling."
Er wordt niet tegen de kinderen gezegd dat ze een achterstandskind zijn, maar toch denkt Veenstra dat het een negatieve invloed heeft op de kinderen: "Een heleboel signalen zenden wij onbewust uit: jij bent een achterstandsgeval, je bent zielig en je voldoet niet aan de norm. Kinderen pikken die negatieve informatie op en dat doet geen goed."
Veenstra stelt dan ook een andere aanpak voor: "Je moet naar de kinderen individueel kijken. Dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn, want dat kunnen de leerkrachten zelf doen. Die zijn heel goed in staat om in hun klas in te schatten waar de kinderen individueel behoefte aan hebben."