Kan de NAVO zich wapenen tegen cyberwapens?
De NAVO wil een grotere rol gaan spelen in de beveiliging op internet. Dat zegt secretaris-generaal Rasmussen in een opinieartikel in The Wall Street Journal.
Vandaag vergaderen de ministers van defensie van de NAVO-lidstaten over hoe cybersecurity aangepakt moet worden. En dat is nog helemaal niet zo eenvoudig, zegt Michiel van Eeten, hoogleraar Bestuurskunde aan de TU Delft. "Het is duidelijk dat daar een nationale veiligheidsopdracht ligt en dat het leger daar iets mee moet, maar het past niet op een normale manier in hun eigen aanpak. In termen van verdediging is er best wat te halen in iets meer samenwerking. Het defensieapparaat loopt aardig achter op dit terrein, met spionage-incidenten op hun eigen netwerken."
Onmogelijk
Dat het leger zichzelf leert beveiligen is een goede ontwikkeling, maar het is onmogelijk om dat uit te breiden naar het land als geheel, denkt Van Eeten. "De meeste overheden zijn ingericht om zich te verdedigen tegen huis-, tuin- en keukenaanvallers. Daar komen ze een heel eind. Maar tegen hele gerichte aanvallen van andere staten, daar zit veel meer sophistication in, en dán leggen de meeste overheidsorganisaties het af."
Over incident respons - het omgaan met concrete incidenten - zijn wel afspraken te maken. Maar het eigenlijke pijnpunt zit volgens Van Eeten in cyberwapens. "Daar liggen de landen heel ver uit elkaar. In deze omgeving bevatten cyberwapen informatie en die gaan ze niet met elkaar delen. Dat wordt een soort elephant in the room, waarover niet gesproken gaat worden."