Onderwijsraad: Politici hardleers

De Raad onderzocht wat er is gebeurd met de aanbevelingen die de Commisie-Dijsselbloem zes jaar geleden deed. Die oordeelde destijds hard over de onderwijsvernieuwingen die in de jaren ‘90 zijn doorgevoerd.

Kern van de aanbevelingen van Dijsselbloem was dat de overheid de kwaliteit van het onderwijs beter moest bewaken en dat onderwijshervormingen nooit meer zonder draagvlak uit de sector zelf moesten worden opgelegd.

Draagvlak
Maar sindsdien is er niet veel veranderd, stelt de Onderwijsraad. De overheid en de politiek luisteren nog steeds niet goed naar alle belanghebbenden in het onderwijs bij het maken van nieuw beleid. De afgelopen jaren zijn er veel maatregelen genomen waarbij de kennis vanuit het onderwijsveld en de wetenschap niet genoeg is betrokken.

Intussen lijken politici het gesprek over onderwijsvernieuwing uit de weg te gaan uit angst om vernieuwingen opnieuw op te dringen. “Wij vinden, als het om de onderwijsvernieuwing gaat, dat er veel schrik is om daar met elkaar over te spreken”, zegt Onderwijsraad-voorzitter Geert ten Dam.

Hoofdlijnen
Maar de discussie moet juist wel worden gevoerd, vindt de raad. Daarbij moet de overheid zich in haar beleid richten op hoofdlijnen zoals het lerarenbeleid en de samenhang in het onderwijs, en eventueel krachtig ingrijpen als het stelsel in het geding is. Ten Dam: “De overheid moet zich steeds afvragen: wat zijn mijn kerntaken, wat ligt op het bordje van de overheid en waar zijn onderwijsinstellingen aan zet?”

Behalve de besturen en bonden moeten ook schoolleiders, leraren, ouders en leerlingen aandacht krijgen, stelt de Onderwijsraad. Het is nodig tegenspraak te organiseren en die te waarderen om verkokering en tunnelvisie te voorkomen en zwakten in het beleid boven water te krijgen.