VO-raad: 'Minder lesuren voor beter onderwijs'
Het aantal lesuren in het voortgezet onderwijs kan best wat minder. Dat vindt Paul Rosenmöller van de VO-raad. Leraren zouden daardoor extra tijd krijgen om eigen lessen te ontwikkelen en vakkennis uit te breiden.
Als docenten minder uren voor de klas staan, kunnen ze beter onderwijs geven. Platform Onderwijs 2032, de commissie die zich over de toekomst van het onderwijs buigt, maakt er een punt van in haar voorlopige advies aan het kabinet: leraren hebben tijd en mogelijkheden nodig om hun eigen lessen te ontwikkelen en zelf te blijven leren.
Differentiëren
Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, wil niet wachten op dit advies. En dat hoeft ook niet, vindt hij. “Per 1 augustus jongstleden is de nieuwe Wet Onderwijstijd ingegaan. Dat betekent dat er veel meer ruimte is voor scholen om een onderwijsprogramma te maken dat gericht is op de talenten van de individuele leerlingen. Dat is toch de stap die we moeten maken naar nog beter onderwijs.”
Volgens Rosenmöller moet in de toekomst niet meer iedere leerling precies hetzelfde aangeboden krijgen. “Je ziet een beweging in die scholen dat er meer gedifferentieerd wordt, meer gekeken wordt naar talenten van die leerling. Dat betekent dat je de structuur van die scholen aan moet passen naar die talenten van die leerlingen.”
Om dit te kunnen bereiken, hebben leraren meer tijd nodig. Rosenmöller: “Ik zie in het buitenland dat onderwijsprestaties heel goed zijn met minder lesuren voor docenten.”
Te druk
Veel leraren zijn tot verandering en verbetering bereid, zegt Rosenmöller, maar vinden er nu simpelweg de tijd niet voor. “Wat ik de afgelopen twee jaar van heel veel docenten gehoord heb, is: wat we met elkaar zouden willen, op weg naar dat betere onderwijs, stuit een beetje op de vraag: ‘Hoe krijg is het voor mekaar, we hebben het zo druk. We hebben voor een deel onzinnige vergaderingen, we hebben een druk rooster, we geven heel veel les’.”
Het verminderen van het aantal onderwijsuren hoeft volgens Rosenmöller niet te betekenen dat leerlingen minder les krijgen. “Ik denk dat leerlingen meer gaan leren buiten de school: bij instellingen, vervolgonderwijs, bedrijven: daar kunnen ze ook heel veel leren.”