Boerkaverbod, maar nog geen totale ban
Nederland krijgt alsnog een boerkaverbod. Boerka’s, maar ook bivakmutsen en andere gezichtsbedekkende kleding, mogen straks niet meer worden gedragen op plaatsen waar je elkaar moet kunnen aankijken. Dat heeft de ministerraad besloten. Het verbod gaat minder ver dan het plan van het vorige kabinet dat werd gesteund door Geert Wilders, benadrukt minister Plasterk.
"Er was eerder een voorstel voor een algemeen boerkaverbod dat zei je op straat niet je gelaat zou mogen bedekken", vertelt hij voor de microfoon van verslaggever Hugo Reitsma. "Dat voorstel heeft het kabinet teruggenomen. Dat is van tafel. Dus mensen mogen in hun voortuin staan of over straat gaan gekleed zoals ze willen."
Elkaar aankijken is essentieel
Dan: "Daar kan ik allerlei opvattingen over hebben, maar het is uiteindelijk een vrij land. Iedereen moet het zelf weten. Maar bijvoorbeeld in de zorg of in het onderwijs is het echt essentieel dat je elkaar in het gezicht kan kijken. Vandaar dat die norm in de wet wordt vastgelegd.”
Is dat het argument: elkaar kunnen aankijken? Want er zijn natuurlijk wel meer gelegenheden waarbij dat lastig is: in de sport, met Sinterklaas of carnaval bijvoorbeeld. Plasterk: “Ja, die laatste zijn typisch uitzonderingen. En misschien ook wel chirurgen en motorcoureurs. Die gevallen worden in de wet ook wel vastgelegd als er een specifieke reden is om het gelaat te bedekken."
Randvoorwaarden
Is dat omdat het anders discriminatie zou zijn, zo wil verslaggever Hugo Reitsma van de minister weten. Je maakt een algeheel verbod op gelaatsbedekkende kleding, maar vervolgens maak je een uitzondering voor eigenlijk alles behalve de boerka. Plasterk daarop: “In een vrij land mag iedereen zich kleden zoals-ie wil. Dat is het uitgangspunt. Daar kunnen anderen heel uitgesproken opvattingen over hebben. Ze kunnen het akelig of vervelend vinden, maar in een vrij land is dat ieders keuze. Het is anders wanneer je je begeeft in een situatie waarin de overheid functies uitoefent zoals het organiseren van zorg, onderwijs en openbaar vervoer."
Dan is het ook redelijk om er randvoorwaarden aan te stellen. Dan is het belangrijk dat je elkaars reactie kunt peilen en soms ook wel dat je elkaars identiteit kunt vaststellen. Dat je bijvoorbeeld bij het afhalen van kinderen op het schoolplein weet dat het inderdaad de moeder is die dat kind afhaalt.”