Waarschijnlijk nieuwe EU-naheffing van 200 miljoen euro
Nederland moet waarschijnlijk een extra naheffing van 200 miljoen euro betalen aan Brussel. Dat blijkt uit een brief van de ministers Jeroen Dijsselbloem (Financiën) en Henk Kamp (Economische Zaken).
De tegenvaller zou het gevolg zijn van het feit dat de omvang van de Nederlandse economie in 2012 groter blijkt te zijn geweest dan gedacht. Daardoor was de achteruitgang in dat jaar minder hevig dan eerder werd verondersteld, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe schattingen.
Groter bbp
Daaruit bleek dat het bruto binnenlands product (bbp) van Nederland in 2012 0,7 procent groter was dan eerder gedacht. Dat betekent dat de economie dat jaar met 1,1 procent kromp, in plaats van met 1,6 procent zoals eerder werd gemeld. Vooral de groot- en detailhandel deed het beter dan gedacht.
De nieuwe schattingen van het CBS zijn onder meer van belang voor de overheid, aangezien bijvoorbeeld de afdracht aan de Europese Unie wordt bepaald op basis van de omvang van het nationale inkomen. De nieuwe schattingen kunnen daarom zorgen voor een naheffing van zo'n 0,2 miljard euro (zie pagina 2 van de Kamerbrief).
Multinationals
Door grotere financiële stromen van vooral multinationals van en naar het buitenland viel ook het bruto nationaal inkomen van Nederland in 2011 en 2012 hoger uit dan geschat. Dit inkomen bestaat uit het bbp, de som van alle goederen en diensten die in Nederland worden geproduceerd, en de inkomensstromen zoals rente, dividend en winst met het buitenland.
Die stromen zijn voor Nederland groot, omdat veel internationale bedrijven hun winst via Nederlandse financiële holdings laten lopen. Kleine bijstellingen in de stromen zorgen voor relatief grote veranderingen in het nationale inkomen. In 2011 was dit inkomen (bni) 1,8 procent groter dan gedacht, in 2012 bedroeg het verschil 1,5 procent.
De bijstelling heeft ook gevolgen voor de omvang van de economie en de groei in 2013 en 2014. Hoe groot dat effect is, weet het CBS nog niet. Dat wordt eind juni bekendgemaakt.