Kersttoespraak paus niet zo leuk voor Kerkleiding

In zijn jaarlijkse kersttoespraak tot de kardinalen en andere medewerkers van de Curie, de leiding van de Rooms-Katholieke Kerk, noemde de paus vijftien "ziekten'' die hij bij de bestuurders van de Kerk heeft waargenomen.

De paus constateerde ook dat medewerkers van de Curie slecht met elkaar samenwerken en te veel zwetsen en roddelen. Ook denken sommigen te veel aan zichzelf en zijn ze zo onzeker en bang dat ze lijden aan "theatrale strengheid'' en "een steriel pessimisme''. Zij gaan met wat de paus een "begrafenisgezicht'' noemde door het leven. Onder de ziekte van de "rivaliteit en ijdelheid'' lijden die kerkelijke medewerkers die er alles voor over hebben om een nieuwe titel en onderscheiding te krijgen en alleen maar in zichzelf geloven.

Schaduwkant
“Hij benoemt deze zaken telkens als een schaduwkant van de voorbeeldigheid die hij eigenlijk van de Kerk verwacht”, zegt theoloog Marcel Elsenaar over de toespraak. “Hij stelt dat drie kwaliteiten heel erg van belang zijn: professionaliteit, dienstbaarheid en heiligheid van leven – dat je zelf ook innerlijk op orde bent – en met name van die dienstbaarheid zegt hij: door hoe wij georganiseerd zijn, door de verhouding die wij met elkaar hebben, zijn we langzaam afgezakt naar een enorme middelmatigheid.”

Hervorming
De paus heeft enkele maanden na zijn verkiezing tot hoofd van de RK-Kerk een commissie van acht kardinalen ingesteld die hem moeten adviseren over hervorming van de Curie. De commissie is enkele keren bijeen geweest en is al tot de conclusie gekomen dat de problemen bij het centrale bestuursapparaat zo groot zijn dat een grondige opschoning nodig is. De paus zei maandag dat de kerkleiding geroepen is om zich steeds weer te verbeteren en te groeien "in eensgezindheid, gezondheid en wijsheid'' om haar missie geheel en al te kunnen uitvoeren.

Volgens Elsenaar wil de paus iedereen eraan herinneren waartoe de RK-Kerk er is.