Het gaat om gezinnen die in eerste instantie werden afgewezen, omdat ze te lange tijd niet in het zicht van de Rijksoverheid waren geweest. Op deze eis in het pardon kwam veel kritiek, onder meer van burgemeesters van verschillende steden.
Teeven weigert de regeling aan te passen, ondanks ook verschillende rechterlijke uitspraken die stellen dat het huidige toezichtscriterium juridisch onduidelijk is. Wel heeft de staatssecretaris afgelopen zomer alle betreffende dossiers, 92 gezinnen in totaal, zelf beoordeeld.
Willekeur
Voor de vijftig gezinnen die nu alsnog een vergunning krijgen, is dat goed nieuws gebleken. Maar het voelt ook als willekeur, zegt Corrien Ullersma, advocaat op het gebied van migratierecht.
In de brief van Teeven aan de Kamer spreekt de staatssecretaris van "schrijnende omstandigheden". Wat die omstandigheden zijn, blijft achterwege. Ullersma: "Dat maakt die hele inwilliging nu totaal oncontroleerbaar en niet toetsbaar door de buitenwereld."
Inzicht
De kinderombudsman had hier al voor gewaarschuwd, zegt de advocaat. "Als het de individuele beoordelingsvrijheid van de minister betreft, dan is er niemand die daar inzicht in heeft. De Tweede Kamer niet, de kinderombudsman niet en ook de rechterlijke macht niet."
Ook bij de Raad van State loopt nog een zaak over de Kinderpardonregeling en het toezichtscriterium. In november wordt de uitspraak verwacht. "Hopelijk levert dat nog enkele vergunningen op", zegt Ullersma.