Plasterk: afblazen superprovincie niet uitgesloten
Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken sluit niet uit dat hij zijn plannen voor een superprovincie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland uiteindelijk zal afblazen. Hij zei dat na overleg met de coalitiepartijen VVD en PvdA, en de oppositiepartijen D66 en GroenLinks.
Die laatste twee partijen zijn nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer. Maar zo vlotjes loopt het allemaal niet, weet politiek verslaggever Hans Verbeek. "Het regeerakkoord waarin de superprovincie werd aangekondigd is alweer anderhalf jaar oud. Maar pas vandaag werd hier voor het eerst over gesproken met de twee oppositiepartijen GroenLinks en D66, die het kabinet hiervoor aan een meerderheid kunnen helpen."
Geen makkelijke exercitie
Rijkelijk laat dus, maar dat heeft z'n redenen, zegt PvdA-leider Samsom. "Misschien was het wachten nog even op andere akkoorden die eerst moesten. Ja, het is geen makkelijke exercitie, al die hervormingen. Maar ze zijn wel bijna allemaal rond."
Met welke akkoorden Samsom verbanden ziet? "Bijvoorbeeld het leenstelsel: dezelfde hoeveelheid partijen, zelfs de samenstelling ervan. Misschien moest daar eerst het vertrouwen groeien voor hier begonnen aan kon worden. Je kan nooit voorspellen hoe andere partijen daarin staan, maar je bent er wel van afhankelijk. Dus soms duurt het even."
Helderheid voor de zomer
Misschien lukt het wel helemaal niet. Vooraf klonk minister Plasterk nog heel stellig: "Ik zou als regering voor de zomer met het wetsvoorstel willen komen." Na afloop klonk hij een stuk minder zeker: "We zullen voor de zomer helderheid moeten hebben over dit voorstel."
Dat wil nog niet zeggen dat het wetsvoorstel er voor de zomer nog komt, beaamt hij. "Zo is dat. Je bent klaar als je klaar bent. We zijn nu met elkaar in gesprek om te kijken of er voldoende steun voor is. Dat is een goed gesprek en dat gaat volgende week door."
Opschoning
Voor D66-leider Pechtold is het belangrijk dat er een duidelijke visie aan het plan ten grondslag ligt. "Dat de opschoning ook gepaard gaat met heldere taakopdrachten die je aan de landsdelen wil geven. Je kan over vervoer, natuur en tal van zaken spreken waar je regionaal misschien beter en slagvaardiger te werk kan gaan dan alles vanuit Den Haag."