'NAVO moet ook geld steken in bestrijding cyberoorlogvoering'
De NAVO moet bereid zijn om forse uitgaven te doen aan de bestrijding van cyberoorlogvoering. Dat zegt Pieter Feith, oud-topdiplomaat, tegen BNR. Anders bestaat volgens hem het gevaar dat computerbestanden en elektronische netwerken van de NAVO worden ontregeld.
Vandaag en morgen moeten de NAVO-landen het in Groot-Brittannië onder meer eens worden over het antwoord op de crisis in Oekraïne. Nederland wordt op de top vertegenwoordigd door premier Mark Rutte en de ministers Hennis en Timmermans. Feith, in het verleden werkzaam bij de NAVO, verwacht niet dat er nog stevig gediscussieerd gaat worden. De slotverklaring ligt waarschijnlijk al zo'n beetje klaar, verwacht hij, met de twee grote crises waar de NAVO een antwoord op moet formuleren.
Daar is de afgelopen weken ongetwijfeld al veel over gesproken, verwacht Feith. "Maar dat neemt niet weg dat de leiders alle tijd hebben voor discussie en ook buiten de vergaderzaal om nog zaken te bespreken." De afgelopen maanden liepen de standpunten over de situatie in Oekraïne nogal uiteen, maar nu ook Nederland een stevig standpunt heeft ingenomen tegenover Poetin, lijkt er steeds meer overeenstemming binnen de NAVO.
Revanchistisch
In de Baltische landen en Finland en Zweden bestaat vooral grote bezorgdheid over het revanchistische beleid van Poetin. "Er zullen militaire maatregelen worden genomen in de vorm van een snel inzetbare, kleine militaire interventiemacht, waarbij de vraag is of de politieke wil bestaat om die interventiemacht in te zetten in NAVO-landen, wanneer dat nodig is. De zuidelijke landen zijn altijd wat bezorgder over provocaties en schade aan economische landen. Maar ik denk dat er bij deze bijeenkomst geen verdere meningsverschillen aan de dag zullen komen."
Hoewel de conflicten in Syrië en Irak in tegenstelling tot Oekraïne niet op Europees grondgebied plaatsvinden, is de dreiging wat Feith betreft minstens net zo groot als de dreiging vanuit Oekraïne, omdat het onze eigen samenleving zo direct bedreigt. "Denk aan al die jihadstrijders die in Syrië zijn geweest en in onze eigen landen groot onheil kunnen aanrichten. We moeten ons ook richten op dreiging van cyberoorlogvoering. Dat gaat allemaal geld kosten en we moeten bereid zijn om de consequenties daarvan te aanvaarden."