
Plasterk beweerde in die uitzending dat de Amerikaanse geheime dienst hier telefoons had afgeluisterd. Later bleek dat niet te kloppen. En het kabinet wist dat al in november.
Choquerend
Choquerend, vindt SP-Kamerlid Ronald van Raak. "We hebben de ministers vijf dagen de tijd gegeven om met serieuze antwoorden te komen. We krijgen een flutbrief. De minister mag mij proberen te overtuigen, ik sta overal voor open. Maar de minister zit wel in blessuretijd."
Ook fractievoorzitter Bram van Ojik van GroenLinks kan de redenering van Plasterk niet volgen. "Het is heel opvallend dat 'ie zegt dat ze het vanaf 22 november weten. Ze hebben 2,5 maand lang de Kamer niet geïnformeerd vanwege het belang van de staat. Dus dezelfde minister die begin november geen enkel probleem zag voor het belang van de staat om in de media en de Kamer het omgekeerde te beweren van wat nu het geval blijkt te zijn, zegt nu dat hij het niet in het belang van de staat vond om de Kamer te informeren. Dat vind ik onbegrijpelijk."
Bij een groot deel van de Kamer leeft een zelfde gevoel van 'we snappen het niet', vertelt verslaggever Hugo Reitsma. "Als het interview in Nieuwsuur niet tegen het belang der staat was, hoe kan het corrigeren van die uitspraak in Nieuwsuur en de Kamer dan ineens wél tegen het belang der staat ingaan? Je hoort dat bij GroenLinks, maar ook aan de andere kant van het politiek spectrum bij Martin Bosma van de PVV."
Probleem vergroot
Bosma zelf: "Plasterk heeft het probleem niet weggehaald, maar alleen maar vergroot. We vermoedden al dat hij dingen heeft vertelde die niet klopten, maar nu blijkt dat hij er maandenlang over heeft gezwegen. Dus het is eigenlijk veel erger. Hij vindt het heel belangrijk om bij allerlei televisieprogramma's dingen te vertellen, maar hij vindt het blijkbaar niet belangrijk om de Tweede Kamer de waarheid te vertellen over iets dat zeer ver gaat."