'Rabobank had interne toezicht niet op orde'
De Libor-fraudezaak was bij uitstek geschikt voor een schikking. Dat zei minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) tegen de Tweede Kamer. Volgens minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) zou een boete van De Nederlandsche Bank "een lachertje" zijn geweest.
De Rabobank is volgens Opstelten "ongekend hard geraakt" door de schikking van 70 miljoen euro. Het OM heeft er niet met de Rabobank over onderhandeld, zei de minister. Hij liet weten dat de schikking hem door het OM is voorgelegd, waarna van zijn kant een "marginale toetsing'' volgde.
Opstelten heeft zich vervolgens achter het voorstel geschaard om de Libor-fraude te schikken met de Rabobank. "Het OM is gelukkig de enige in Nederland die bepaalt of iets wordt vervolgd of niet. Bij grote transacties moet men dat doen met mijn instemming.''
Geschikt voor schikking
Bij de fraude was sprake van 'organisatiecriminaliteit', zei de minister. Het 'bijzondere internationale karakter' van de Libor-fraude maakte de zaak bij uitstek geschikt voor een schikking. Ook de Amerikanen en Britten schikten immers de zaak met de frauderende banken. Ook speelde mee dat vervolging een jarenlange juridische zaak had kunnen worden, terwijl de overheid nu met een 'klaroenstoot' kon optreden.
Dijsselbloem zei dat boetes die toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) bijvoorbeeld had kunnen opleggen "een lachertje'' zouden zijn geweest.
Intern toezicht
Volgens Dijsselbloem had de Rabobank het interne toezicht niet op orde; de bank had dat eerder moeten verbeteren. "Eerder en met meer urgentie", zei de minister. Hij stelde dat de handelaren de hoofdschuldigen waren in de fraude, maar dat het interne toezicht binnen de Rabobank faalde op drie niveaus. Uiteindelijk was binnen de Raad van Bestuur iemand verantwoordelijk voor het interne toezicht.
DNB heeft al langer aandacht voor dat tekortschietende toezicht en de kwetsbaarheid ervan onder ogen gezien, zei de minister.
Geen fraudeurs
Dijsselbloem verdedigde het feit dat 14 betrokkenen nu nog steeds bij de Rabobank werken. Dat zijn mensen die zelf geen fraude hebben gepleegd, legde hij uit. "Dit zijn mensen die uit het oogpunt van hun verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld in een managementfunctie, er intern toezicht op hadden moeten houden, het hadden moeten weten en hadden moeten optreden, maar het niet wisten en niet hebben opgetreden. Dat is verwijtbaar, maar wel van een heel andere orde dan wanneer je je zelf doelbewust schuldig hebt gemaakt aan fraude."
Bovendien, zegt Dijsselbloem, heeft de Rabobank sancties genomen tegen de bewuste mensen, zoals overplaatsing en demotie. DNB en het OM zijn daarmee akkoord gegaan. Het OM bekijkt nog wel of vervolging van de vertrokken medewerkers, die wel duidelijk hebben gefraudeerd, mogelijk is.
Verontwaardiging
Verschillende Kamerleden staken hun verontwaardiging over de fraude niet onder stoelen of banken. "Als je de Rabobank niet meer kan vertrouwen, wie kun je dan nog wel vertrouwen?", vroeg PVV-Kamerlid Teun van Dijck zich hardop af.
"Bij de Rabobank speelden niet alleen de wielrenners vals; ook de bankiers deden driftig mee", stelde Wouter Koolmees (D66) vast.
Henk Nijboer (PvdA): "De PvdA-fractie ziet het als symptoom, niet als eenmalig ongeluk. Een symptoom van hebzucht, van de gerichtheid op het eigenbelang, van een wereld zonder moraal."