Voordewind is net teruggekeerd uit het noorden van Irak. “Ik ben in aardig wat kampen geweest en je ziet dat er toch veel te weinig aankomt. Ik was in een klein tentenkliniekje en daar ligt een jongen van een jaar of 8 à 9 te sterven omdat er gewoon geen medische hulp is. Dat jongetje zou eigenlijk naar het ziekenhuis moeten, maar daar moet hij geld voor betalen en die ouders hebben dat niet omdat ze al hun geld hebben moeten inleveren bij ISIS toen ze vluchtten.”
Voordewind heeft vanmiddag telefonisch met minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) overlegd over de mogelijkheid om meer hulporganisaties naar Irak te sturen om de distributie te verbeteren. “Ik hoop dat dat gaat gebeuren. Ik zal ervoor blijven pleiten. Ploumen staat er ook voor open. (…) Die twee vliegtuigen zijn binnengekomen; alleen liggen die goederen nu in al die warehouses. Die moeten gedistribueerd worden, dat moet heel snel gebeuren.”
Voordewind is zeer bezorgd over de nabije toekomst van de vele vluchtelingen tentjes in Noord-Irak. “De winter zet over acht weken alweer in.” Voor deze mensen moet nu iets geregeld worden, vindt hij. “Het kan echt niet langer zo. Als ze niet terug mogen, zullen we een soort winterprogramma op moeten zetten voor die 6- tot 700.000 vluchtelingen nu.”
Ook op militair gebied is veel meer nodig dan wat tot nu toe naar het gebied is gestuurd, zegt Voordewind. “Als het nodig is, moeten we die wapens durven leveren.” Het Kamerlid pleit voor Europese samenwerking op dit gebied. “We moeten kijken wie wat heeft en waaraan behoefte is. Er is veel meer behoefte dan wat er tot nu toe geleverd is.”
Volgens Voordewind zijn de Europese landen momenteel bezig met inventariseren wat er nodig is. “De Raad van Buitenlandse Zaken is bij elkaar gekomen. Ze hebben het wensenlijstje van de Koerden en de christenen gekregen. Dat moet nu worden ingevuld. Nederland heeft daar een eerste stap gedaan, prima, maar er is veel meer nodig om ISIS echt te kunnen verdrijven.”