Opstelten onvoldoende kennis van staat rampenbestrijding Nederland
Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft onvoldoende kennis van de staat van de rampenbestrijding in Nederland. Dat is het harde oordeel van de Algemene Rekenkamer. "Dit is uitermate slordig."
Overheden en hulpverleners werken niet goed samen. Er gaat steeds meer geld naar nationale veiligheid maar hoeveel is onduidelijk. En dan is het ook nog onduidelijk wat er wordt bereikt met al het geld dat in rampenbestrijding wordt geïnvesteerd.
Is de minister de controle volledig kwijt? "Het is moeilijk iets kwijt te zijn wat er nooit is geweest", zegt Kees Vendrik van de Rekenkamer.
"De minister heeft de ambitie vast te kunnen stellen of burgers en bedrijven in Nederland goed worden beschermd worden. Dat bij rampen of calamiteit dat politie, de brandweer, kortom alle publieke diensten, dat die op orde zijn. Daarvoor is hij ook verantwoordelijk. Maar wat wij terugzien is dat die kennis bij hem ontbreekt."
Zonder die informatie kan de minister geen beleid maken of aanpassingen doorvoeren, zegt Vendrik. Dat wil volgens de onderzoeker niet zeggen dat de rampenbestrijding in een slechte staat verkeert. "Er wordt veel aan gedaan. Het geld dat daarvoor beschikbaar is gesteld, is de afgelopen vijftien bijna verdrievoudigd."
Scenario's
Maar, zegt hij ook:
"Die connectie kan hij niet maken. Hij heeft er onvoldoende zicht op of de rampenbestrijding in Nederland klaar is voor de scenario’s die hij heeft laten maken."
Wat daar de gevaren van zijn, kan Vendrik niet zeggen. "Het is niet zo dat je in alle gevallen alles kunt voorzien. Rampen hebben een hoge mate van onvoorspelbaarheid. Maar de minister heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen toch zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de onverhoopte situatie dat een ramp Nederland treft. Dat hij die informatie niet op orde heeft, is uiterst slordig.