Europa laat miljarden aan invoerrechten liggen
Een groot aantal EU-landen is laks met het vorderen en afdragen van invoerrechten. Ook Nederland. En dat kost ons een hoop geld, blijkt uit een onderzoek dat de Europese fractie van het CDA heeft laten uitvoeren.
Binnen de EU hebben we afgesproken dat we niet meer bij elke grens invoerrechten hoeven te betalen. Als je dus een snelle bolide importeert uit Duitsland, betaal je geen belasting. Maar als je iets van buiten de EU haalt, moet dat natuurlijk wel. In de EU hebben we dat gezamenlijk zo afgesproken en daarom gaan de inkomsten van al die import naar de EU. Elk land regelt daar zelf de controle op, uitgevoerd door de douane.
Maar als je kijkt naar het invorderen van de belasting, zijn er grote verschillen tussen de landen. Sommige landen zijn hierin erg laks, blijkt. Hongarije, Roemenië en Duitsland doen het erg goed. De slechtst presterende lidstaten zijn Italië, Griekenland en België. En ook Nederland presteert onder de maat, van de 27 landen neemt ons land plaats 19 in. Nederland laat het vooral afweten als het gaat om de detectie van openstaande vorderingen.
25 miljoen
We laten dus veel belastinginkomsten schieten. Het nare hieraan is dat de Europese Commissie elk jaar wél verwacht dat al die landen alles vorderen. Er wordt met bepaalde inkomsten rekening gehouden in de begroting, die dus niet worden opgehaald. Als alle landen even goed zouden invorderen als bijvoorbeeld Hongarije, dan had de EU tussen 2006 en 2011 bijna 3 miljard euro méér ontvangen. Het gevolg? Om die gaten te vullen vraagt de Commissie de lidstaten om het ontbrekende geld aan te vullen. Inderdaad, die 19e plek kost ons dus geld! Voor Nederland gaat het om zo'n 25 miljoen euro per jaar.
CDA-europarlementariër Esther de Lange over het rapport: "Het legt de vinger op de zere plek. En nu wil ik twee dingen: weten per lidstaat waarom die het zo goed doet of waarom minder goed. En ik wil vooral de stap zetten dat iedereen het zo gaat doen als de beste lidstaat."