De Eerste Kamer praat vandaag over het afschaffen van de verplichte maatschappelijke stage van middelbare scholieren. Het plan is een bezuinigingsmaatregel van het kabinet die 75 miljoen euro oplevert.
Het project bestaat pas twee jaar. Veel maatschappelijke organisaties en scholen verzetten zich tegen het afschaffen.
Eén van die organisaties is Verus, Vereniging voor christelijk onderwijs. Besturenraadvoorzitter Wim Kuiper heeft de hoop op redding van de maatschappelijke stage nog niet verloren. “Er is in de Eerste Kamer heel kritisch gereageerd op dit voorstel.”
Nog geen conclusie
Kuiper wijst erop dat het niet
zeker is dat partijen die in de Tweede Kamer akkoord gingen met het afschaffen
van de regeling, zoals de PvdA en GroenLinks, dit in de Eerste Kamer ook zullen
doen. “Die waren toch echt heel kritisch. Wij hebben met hen gesproken. Op dat
moment hadden ze nog geen conclusie, maar het zou zo maar kunnen dat ze toch
tégen stemmen.”
Kuiper vindt de maatschappelijke stage van groot belang voor kinderen. “Wij vinden het echt heel belangrijk dat middelbare-scholieren iets meekrijgen van wat het is om vrijwilligerswerk te doen.”
Participatiesamenleving
De scholieren draaien mee in allerlei
sectoren, zegt Kuiper, zoals de groensector, sport en zorg en welzijn. “Het is
ook voor scholen heel mooi om samen te werken met al die lokale organisaties.
Het is vormend voor leerlingen, het draagt bij aan een gevoel van
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Allemaal dingen die we juist in de
participatiesamenleving, zou je zeggen, heel erg nodig hebben.”
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) vindt dat de stage niet verplicht moet zijn. Kuiper is het hier niet mee eens. “Dit is zoiets moois, dat gun ik gewoon elk kind in Nederland.”