Het kabinet sloot onlangs een begrotingsakkoord met oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP, maar dat zegt nog niks, volgens Rutte. “De Eerste Kamer is, zoals altijd, niet gebonden aan het regeerakkoord en ook niet op voorhand gebonden aan die begrotingsafspraken. We zullen hier in de Eerste Kamer gewoon moeten knokken voor de meerderheden.”
Schijn
Politiek verslaggever Hans Verbeek: “Rutte wil in elk geval de schijn
ophouden dat hij nog niet verzekerd is van een meerderheid in de Senaat.”
Op vragen van GroenLinks waarom het kabinet dan zoveel moeite had gedaan om tot een begrotingsakkoord te komen met D66, ChristenUnie en SGP, zei de premier: “Dat betekent dat er in de Tweede Kamer zicht is op breder draagvlak en, at best, er met meer vertrouwen ook kan worden gekeken naar de debatten in de Senaat om tot datzelfde brede draagvlak te komen. Maar verder kan het niet gaan, want er is geen zekerheid vooraf.”
Welwillend, maar kritisch
Ook de fractieleiders van D66, ChristenUnie en en SGP in de Eerste Kamer
benadrukten in het debat hun onafhankelijke positie. Ze staan weliswaar
"welwillend'' tegenover het begrotingsakkoord, maar ze zullen de
wetsvoorstellen wel kritisch tegen het licht houden.
In werkelijkheid, zegt Verbeek, ligt het anders. Dankzij het begrotingsakkoord kan het kabinet gewoon rekenen op voldoende steun in de Eerste Kamer.
Pensioenplannen
Rutte merkte in de Senaat ook op dat hij niet had verwacht dat het CDA bij de begrotingsonderhandelingen
zou afhaken. Hij zei dat hij in de toekomst graag weer met de partij
zaken zou willen doen.
Niet voor niets, zegt Verbeek: “De politieke beschouwingen over het begrotingsakkoord waren gisteravond een makkie voor het kabinet. Maar voor de pensioenplannen die de Eerste Kamer eerder nog naar de prullenbak verwees, kan het kabinet het CDA nog hard nodig hebben.”