AIVD meldde onderzoek naar politici niet
De SP gaat Kamervragen stellen over het niet nakomen van de notificatieplicht door de AIVD.
De AIVD heeft jarenlang een politicus afgeluisterd, zonder het diegene achteraf te melden. En dat is wel verplicht volgens de notificatieplicht. Dat blijkt uit een rapport van de commissie die toezicht houdt op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de CTIVD). Ook werd een Nederlander afgeluisterd die lid is van een buitenlandse politieke partij, en ook dat is achteraf niet aan diegene gemeld.
Afluisterpraktijken
SP-Kamerlid Ronald van Raak is vooral benieuwd naar de reden om het parlement niet te informeren over de afluisterpraktijken. "Wat ik vooral frappant vind is het argument van de AIVD, die het niet heeft gemeld omdat dan duidelijk wordt dat we politici afluisteren. Wij moeten het weten. Het afluisteren van mensen kan alleen in heel bijzondere gevallen en als het gaat om een politicus is dat nog een extra bijzonder geval omdat volksvertegenwoordigers de regering controleren. Dan moet de regering oppassen om volksvertegenwoordigers te gaan controleren."
Van Raak houdt al sinds 2007 een vinger aan de pols, door te vragen hoeveel mensen een briefje hebben ontvangen. Dat bleef jarenlang steken op nul, maar dit jaar schijnen al dertien mensen een briefje te hebben ontvangen. De AIVD moet zich aan de wet houden en ze hebben zich zes jaar lang niet aan de wet gehouden. Het belangrijkste argument was altijd dat ze mensen niet konden terugvinden, maar ik dacht dat een veiligheidsdienst daar juist voor was. Maar ik ben heel blij dat de AIVD in veel minder gevallen zegt dat ze mensen niet kunnen opsporen."
Niet uitgesloten
Ook voorzitter Bert van Delden van de CTIVD vindt de motivering van de AIVD niet valide. "Waar het om gaat bij de notificatie is om de praktijken achteraf, na vijf jaar, bekend te maken aan de betrokkene. En dat zou ook in dit geval moeten gebeuren. Het enkele feit dat iemand aan het politieke leven deelneemt betekent niet dat hij geheel uitgesloten is van de activiteiten van de AIVD, als daar aanleiding toe bestaat."
Het grote belang van de notificatieplicht zit hem in de mogelijkheid om achteraf een klacht in te dienen als ze het niet eens zijn met de redenen waarom de middelen zijn ingezet. "Ik vind dat er een behoorlijke controle vooraf is, eerst door de zorgvuldigheid bij de dienst en daarna nog eens bij het ministerie. En als achteraf iemand vindt dat het toch ten onrechte is, dan kan die zich bij ons beklagen en dan kijken we ernaar."
Speciale bevoegdheid
De AIVD heeft de verplichting mensen achteraf te informeren als de dienst met een speciale bevoegdheid hun telefoon heeft afgetapt of hun huis is binnengedrongen. 5 jaar na beëindiging moet de AIVD onderzoeken of de betreffende persoon hiervan op de hoogte is.
Er zijn uitzonderingsgronden op die plicht, bijvoorbeeld als bekendmaking buitenlandse relaties zou schaden of als die plicht een te duidelijke inkijk zou geven in de werkwijze van de dienst. Maar die uitzonderingsgronden heeft de AIVD in deze gevallen ten onrechte gebruikt, vindt de CTIVD.
Zo werd een persoon "die is gelieerd aan de Nederlandse afdeling van een buitenlandse politieke partij'' onderworpen aan een onderzoek, zonder dat diegene daar ooit iets over hoorde. Dat zou "de betrekkingen met het desbetreffende land ernstig schaden''. Ook werd "een voormalig lid van een vertegenwoordigend orgaan van een politieke partij'' gevolgd. Volgens de commissie bracht de AIVD deze persoon niet op de hoogte, omdat de dienst er dan openlijk voor uit moest komen dat ze politieke partijen aftapt.
De CTIVD meldt overigens dat de AIVD mensen in het algemeen "naar behoren'' op de hoogte stelt van het feit dat ze zijn afgeluisterd.