"Het houdt in dat de behoeftes, procedures, onderwijs en training worden geharmoniseerd'', zei Hennis op de Berlin Strategy Conference.
Dick Zandee, defensie-specialist van Instituut Clingendael: "De Nederlandse en Duitse landmacht werken natuurlijk al heel lang samen en dit lag in het verschiet."
De militaire samenwerking heeft te maken met de economische crisis en de bezuinigingen. Bovendien, zegt Hennis, kampt Europa met militaire tekortkomingen en die kunnen alleen worden aangepakt als er een gezamenlijke aanpak komt. Van één Europees leger is geen sprake, benadrukt de minister.
Complementair
De afspraken houden onder meer in dat de Nederlandse 11 Air Manoeuvre Brigade
(de luchtmobiele brigade) met de Duitse parachutisten van de Luftlandebrigade 1
op termijn wordt samengevoegd.
Een logische stap, vindt Zandee: "Het Nederlandse element, dat nu zo'n twintig jaar bestaat, is heel sterk in niet alleen verplaatsing, maar ook het gevecht aangaan. (...) De Duitsers zijn heel goed in verplaatsingen en parachutesprongen en dergelijke, en zijn wat minder sterk op het punt van gevechtscapaciteit, dus dat vult elkaar heel goed aan." Zandee verwacht dat beide legers ook op het gebied van oefeningen en scholing veel zullen samenwerken.
De defensiespecialist verwacht wel dat Nederland en Duitsland heldere afspraken moeten maken over bijvoorbeeld besluitvorming over de inzet van militairen in het buitenland.