Rutte: Moties tegen VVD-bewindspersonen onterecht
Premier Mark Rutte vindt de moties van wantrouwen die de afgelopen weken zijn ingediend tegen de staatssecretarissen Fred Teeven (Justitie) en Frans Weekers (Financiën) en minister Edith Schippers (Volksgezondheid) niet terecht.
Rutte zei dat vrijdag na de ministerraad. De premier wilde zich niet uitspreken over de wijze waarop de Tweede Kamer in het algemeen omgaat met moties van wantrouwen. Maar in de genoemde gevallen hebben de bewindslieden zich volgens hem overtuigend verdedigd tegen de verwijten aan hun adres.
Gelederen gesloten
Rutte wil coûte
que coûte vier jaar blijven zitten. Daarvoor is het noodzakelijk dat de
gelederen gesloten blijven, dus wenst de premier zo min mogelijk kritiek van de
coalitiepartners op elkaar en worden bewindspersonen niet publiekelijk
afgevallen. Hij bleef in het openbaar achter staatssecretaris Frans Weekers van Financiën
staat, ondanks dat de Kamer en de publieke opinie zich tegen hem keerde vanwege
fraude met zorg- en huurtoeslagen.
Asielzoeker
Ook Teeven en
Schippers kregen moties van wantrouwen aan hun broek van oppositiepartijen. Teeven
kreeg een motie van wantrouwen omdat er fouten waren gemaakt bij de opvang van
een asielzoeker die zelfmoord pleegde. Bij Schippers ging het om zorgfraude.
De moties van Weekers en Teeven werden dankzij steun van de regeringsfracties verworpen. Ook Schipper mag in functie blijven.
publiciteit
Dat
er steeds meer publiciteit is over fraude, komt volgens Rutte doordat er meer wordt
gedaan aan het opsporen ervan. “Als je het niet opspoort, vind je het niet en
weet je het niet.'' Dit leidt volgens de premier tot de ‘paradox' dat burgers
zich meer ergeren aan fraude omdat de media er meer over berichten. Volgens
Rutte gebeurt dat laatste overigens wel op een manier die “in balans' en
fatsoenlijk is.
De drie genoemde bewindslieden zijn allemaal partijgenoten van VVD'er Rutte.