VVD : budget noodhulp moet langs Tweede Kamer
Als minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking méér dan 5 miljoen euro wil uitgeven aan noodhulp, dan moet ze dat met de Tweede Kamer overleggen. Dat zegt VVD-Tweede Kamerlid Ingrid de Caluwé.
De Caluwé vindt dat Ploumen de Kamer moet informeren. Ze noemt de hulp van Nederland aan de Filipijnen als voorbeeld. "Dat is heel erg goed, laat ik dat voorop stellen, maar het potje is nu wel finaal leeg. Er kan dus niets meer uit. En wat we hebben gemerkt met Syrië, een paar maanden geleden, dat de knip snel werd getrokken en 17 miljoen is uitgegeven. Dat is wel heel veel en daarmee was het potje bijna leeg. Daarom vind ik dat de minister de Kamer vooraf moet informeren bij bedragen boven de 5 miljoen euro."
Het potje wat de Nederlandse overheid heeft voor noodhulp bedraagt 210 miljoen euro per jaar. En dat bedrag was in september al bijna op, zegt De Caluwé. Toch werd er ineens een aanzienlijk bedrag uitgegeven aan de hulp in Syrië, terwijl er niet is aangedrongen bij andere landen, zegt het VVD-Kamerlid. "We hebben dus niet eerst aangedrongen bij andere landen. Rusland heeft de mond vol dat ze zo begaan zijn met het Syrische volk maar zij hebben daar heel weinig aan gegeven. Waarom leggen we niet eerst wat druk op andere landen?" De Caluwé vindt dat rekening mee moet worden gehouden met wat andere landen doen, voordat de knip wordt getrokken.
Het Kamerlid vindt dat gemeenten en provincies zich eigenlijk ook niet zouden moeten bemoeien met noodhulp. "Ik vind niet dat je alles dubbelop moet doen; én op rijksniveau en dan ook nog eens op provinciaal en gemeentelijk niveau. En dan trekken we als individu ook nog de knip. Ontwikkelingshulp is een taak voor de rijksoverheid en die moet je daar ook laten."
