
‘Dat de Russen eigenlijk overal de schuld van krijgen’ is een irritatiepunt van Wilders. Dat wil niet zeggen dat hij geen kritiek heeft op het land: ‘Waar ze fout zijn, zijn ze fout en dat moeten we ook benoemen. Dat zullen we blijven doen. Of het nou gaat over het voor de Nederlandse rechter brengen van mogelijk Russische verdachten, MH17 of de annexatie van de Krim. Wat fout is, is fout en moet zwaar bekritiseerd worden. Misschien zelfs met sancties.’
Bondgenootschappen
Maar Rusland is niet alleen maar een grote boeman, zegt Wilders. Het kan bijvoorbeeld een culturele of een geopolitieke bondgenoot zijn: ‘Het is een land dat voornamelijk de christelijke cultuur heeft. Het is een land dat ook geopolitiek, als het gaat om immigratiestromen, terreur en islamisering, eigenlijk aan onze kant zou moeten staan.’
Pro-EU agenda
Wilders heeft het vermoeden dat Nederlandse politici die zowel Poetin als Trump 'bij het grofvuil zetten', dit met een pro-EU agenda doen: ‘De Amerikanen kunnen we niet meer zo vertrouwen en Rusland is de grote vijand met nepnieuws en het beïnvloeden van verkiezingen. Dus wij moeten het als Europa doen. Hups, een Europees leger en hups, meer EU. Ik denk dat het volwassen politiek is om de twee sterkste landen van de wereld niet allebei een veeg uit de pan te geven en je daarvan te vervreemden, maar om er juist een goede relatie mee te hebben. We hebben ze allebei nodig.’
Nieuwe Koude Oorlog
De nieuwe Commandant der Nederlandse Strijdkrachten Rob Bauer zei eerder dat er sprake is van een nieuw soort Koude Oorlog tussen het westen en Rusland, maar Wilders is daar niet van onder de indruk: ‘Ik denk dat er zeker dingen fout gaan met Rusland, maar het is niet zo dat de Russen morgen dreigen Europa binnen te vallen. Dat is niet in hun belang en dat is niet hun agenda. Ik snap dat een militair er kritisch over is, dat ben ik ook. Maar politiek is meer dan dat. Dat betekent ook dat je de overeenkomsten en bondgenootschappelijke punten waar je wél wat aan elkaar kunt hebben, je die ook best mag benadrukken. En dat we niet alleen in vijandbeelden moeten denken en aan een oorlog die er helemaal niet is.’