
Om het raadgevend referendum geldig te laten zijn moet de opkomst minimaal 30 procent zijn. Dat lijkt met een opkomst van 48 procent het geval te zijn. De foutmarge van de exitpoll is 5 procent. Het is nog onduidelijk of Nederlanders in meerderheid voor of tegen de nieuwe inlichtingenwet hebben gestemd, die de geheime diensten meer bevoegdheden geeft.
Verslaggever Laurens Boven is vooral benieuwd wat de D66-fractie zal doen als een meerderheid van de bevolking tegen de Wiv heeft gestemd. Kun je dat naast je neerleggen? Het leunt nu licht naar voor. Dan zal het kabinet zeggen dat er niks aan de hand is en dat de wet de wet is. Als het bij deze opkomst toch een meerderheid tegen wordt, kun je wel zeggen dat je het naast je neerlegt, maar ik weet niet of je dat echt waar kunt maken. Er staat gewoon een politiek feit als een meerderheid van de stemmers tegen is, met zo'n opkomst.'
Het referendum was een initiatief van tegenstanders. Volgens hen krijgen de geheime diensten veel te veel macht. Zij vrezen ook dat er willekeurig wordt afgetapt. De wet is vorig jaar al door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. Bij het vorige referendum bijna twee jaar geleden over Europese samenwerking met Oekraïne, was de opkomst 32,2 procent. Een ruime meerderheid stemde toen tegen.
Gedroomde uitslag
Voor het kabinet is dit een gedroomde uitslag, vindt Frank van Dalen, oud-raadslid voor de VVD in Amsterdam en voorzitter van de Stichting Politieke Academie. 'Want ja, als het volk er al niet uitkomt, dan moeten wij de beslissing maar nemen en klaar ben je. Dat wordt natuurlijk veel minder gedoe dan bij het Oekraïne-referendum.' Bovendien, zegt Menno Wey, privacy-expert van advocatenkantoor Solv: bij een 'nee' is het verdomd lastig om te bepalen wát je dan moet aanpassen. 'Je hebt geen idee wat het volk nou precies het probleem van die wet vindt. Waar zit de pijn?'
Maar volgens verslaggever Laurens Boven is het alternatieve strijdplan juist een stuk helderder dan bij het Oekraïne-referendum. 'Zelfs de mensen die het hebben georganiseerd hebben een paar expliciete pijnpunten genoemd waar de politiek wel wat mee kan: het sleepwetgedeelte, de onafhankelijkheid van het toezicht en de snelheid waarmee de wet wordt geëvalueerd. Ook de tegenstanders hebben nooit gezegd dat de wet weg moet, ze hebben alleen gezegd dat de wet niet goed genoeg is. In principe zie ik niet zo veel politieke problemen om een paar dingetjes te wijzigen aan die wet.'