Politiek20 dec '21 21:43Aangepast op 21 dec '21 20:35

'Regels belangenverstrengeling moeten aangescherpt'

Auteur: BNR Webredactie

Zeker drie Provinciale Statenleden hebben een nevenfunctie die zorgt voor een duidelijk risico op belangenverstrengeling. Dat blijkt uit onderzoek van BNR. Deskundigen die BNR sprak, stellen dat de nevenfuncties moeilijk verenigbaar lijken met een zetel in de Provinciale Staten van de betreffende provincies. Ze pleiten voor strengere en duidelijkere integriteitsregels voor lokale politici.

(Unsplash)

‘Bij deze drie Statenleden bestaat een duidelijk risico op belangenverstrengeling’, vindt Timmermans. ‘Dat is niet meteen een veroordeling, of mensen in een hoek zetten, maar geeft wel aanleiding om deze discussie aan te zwengelen.’

Lees ook | Dubieuze dubbele petten politici

Zelfs als Statenleden zich onthouden van stemming, of niet het woord voeren over onderwerpen die hun nevenfunctie raken, is dit risico op belangenverstrengeling erg groot. Dat zeggen de deskundigen. In dit artikel leggen we uitgebreid uit hoe de werkzaamheden van de Statenleden in elkaar zitten, en welke risico’s op belangenverstrengeling daarbij spelen.

Klaas-Jeroen Terwal
Klaas-Jeroen Terwal (Provincie Noord-Holland)

Eén van de drie politici die volgens experts een nevenfunctie heeft die in combinatie met het lidmaatschap van de Provinciale Staten, problematisch is, is Klaas-Jeroen Terwal. De VVD’er combineert zijn lidmaatschap van de Provinciale Staten van Noord-Holland, met een baan als director public affairs bij KLM. Dit houdt praktisch gezien in dat dit Statenlid lobbyt voor de luchtvaartmaatschappij.

‘De integriteit is hierbij niet alleen in het geding, maar wordt direct geschonden’, stelt Muel Kaptein, hoogleraar Bedrijfsethiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘De belangen van KLM en Provincie Noord-Holland zijn economisch, sociaal, en op gebied van milieu, zo verknoopt en groot, dat je deze mogelijk ongewenste beïnvloeding moet vermijden.’

Dat vindt ook Michiel de Vries, hoogleraar Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen: ‘Schiphol en KLM zitten ontzettend dicht bij elkaar. Het valt waarschijnlijk nét buiten de wet en gedragscode, maar het is wel verregaand in het kader van belangenverstrengeling.’ Dat de belangen van Schiphol en KLM vaak overeenkomen, bevestigen ook luchtvaarteconomen die BNR sprak. Besluiten die invloed hebben op Schiphol hebben volgens hen direct invloed op KLM, en andersom.

Een interview dat Terwal gaf over lobbyen in de provincie, is in dat licht ook nogal opvallend, vindt De Vries: ‘Hij heeft het in dat artikel over dicht tegen het vuur aan zitten, en nu wordt hij zelf het vuur. Je moet elke schijn van belangenverstrengeling kunnen voorkomen. Dat doet hij niet, hij roept het juist op.’

De situatie doet ook de wenkbrauwen van Arco Timmermans fronsen, hij is bijzonder hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden. ‘Je kunt niet lezen dat het iemand is die ook echt de belangen van de luchtvaart aan het behartigen is, maar het zit wel heel dicht tegen belangenverstrengeling aan’, zegt Timmermans. ‘Bovendien zitten de issues waarmee hij zich bezighoudt, wel heel dichtbij. Hiermee doelt Timmermans op de portefeuille ‘Mobiliteit en Bereikbaarheid’ van Terwal. ‘Ik plak geen stempel, maar ben wel heel benieuwd hoe Terwal zelf zegt deze verstrengeling te kunnen vermijden. Die vraag is meer dan gerechtvaardigd in deze situatie.’

Reactie

Terwal laat in een reactie weten zijn beide functies wel te verenigen vinden, maar het mogelijke risico dat zijn beide functies met zich meebrengen, te herkennen. Met die reden heeft hij naar eigen zeggen vanaf het begin af aan de afspraak gemaakt om niet het woord te voeren over het onderwerp luchtvaart. Hij verwijst hierbij naar zijn Statenpagina, waar dit ook vermeld staat. Ook zou hij zich onthouden van stemmen als er een enkele keer een onderwerp voorbijkomt dat luchtvaart aangaat. Dat dit gebeurde, werd in zeker één geval duidelijk uit een mailwisseling met de Statengriffier, die BNR inzag.

Moties

Het blijkt echter dat Terwal zich niet altíjd onthield van stemming bij moties aangaande luchtvaart en Schiphol. De Vries vindt dat problematisch: ‘De Provinciewet schrijft voor dat een lid niet mag deelnemen aan een stemming die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat, of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Het zijn van hoofd-lobbyist komt toch wel erg dicht bij het zijn van een vertegenwoordiger. Vooral motie 158-20 valt op. Daar had hij zich moeten onthouden van stemmen.’ De betreffende motie omvatte onder meer een oproep tot ‘forse krimp van het aantal vluchten op Schiphol’.

Terwal zegt zelf zich deze motie niet direct te herinneren, maar te vermoeden dat ‘dit mis is gegaan door het online vergaderen.’ De fractievoorzitter zou mogelijk vergeten zijn om aan te geven dat Terwal zich wenste te onthouden van stemmen, aldus Terwal.

Rob van Eijbergen, hoogleraar integriteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam, noemt het ‘niet direct aantoonbaar verkeerd’, maar vindt het wel ‘een onhandige constructie.’ ‘Je moet zorgen dat het ook niet de schijn oproept, om ook het vertrouwen van de politiek te behouden. Bij in elk geval de motie over de uitstoot van vliegtuigen, vind ik die schijn wel een casus.’

Uit notulen blijkt dat ook in de Provinciale Staten zelf er wel eens gediscussieerd is over mogelijke belangenverstrengeling bij Terwal. Commissaris van de Koning Arthur Van Dijk zegt daarop toe het onderwerp belangenverstrengeling nog eens bij de fracties onder de aandacht te brengen en betrokken personen zo nodig ook individueel benaderen.

Maar ook als Terwal bij dergelijke moties niet mee had gestemd, betekent dat niet dat zijn nevenfunctie en Statenlidmaatschap verenigbaar zijn, vindt hoogleraar Kaptein: ‘Zelfs bij het onthouden van stemmen, kan er nog steeds sprake zijn van beïnvloeding van fractiegenoten en het politieke besluitvormingsproces. Bovendien heeft hij hierdoor ook veel gemakkelijker entree tot de provincie en zouden er op allerlei andere manieren ongewenste praktijken, zoals uitruil, kunnen plaatsvinden.’

‘Als je de redenering van het lobbyverbod in de Tweede Kamer volgt, denk ik dat een lid van de Provinciale Staten wel heel erg op zijn tellen moet passen dat hij niet als public affairs manager van KLM allerlei mobiliteitsbelangen behartigt’, voegt Timmermans daaraan toe.

Utrecht

Ook in de provincie Utrecht trekt een VVD-Statenlid de aandacht. Baerte de Brey is senior consultant bij Stedin, netbeheerder in onder meer Utrecht. Daarnaast is hij chief international officer bij ElaadNL, een kennis- en innovatiecentrum op gebied van Smart Charging en de laadinfrastructuur in Nederland, een initiatief van de netbeheerders. En ook is hij vice-president van AVERE. Deze belangenvereniging heeft als doel het promoten van en lobbyen voor elektromobiliteit.

Provincies hebben een belangrijke rol in de uitvoering van afspraken over een goed laadnetwerk. Binnen het project MRA-Elektrisch werken Flevoland, Noord-Holland en Utrecht samen om elektrisch vervoer te stimuleren en een netwerk van publieke oplaadpunten te realiseren. Ook de netbeheerder maakt deel uit van deze samenwerking. In 2020 deden de drie provincies een aanbesteding voor 20.000 nieuwe publieke laadpunten.

In de Provinciale Staten komt het onderwerp laadinfrastructuur en elektrische mobiliteit regelmatig voorbij. Zo werd op 10 maart van dit jaar een motie van VVD’er Bob Jager aangenomen, waarin onder meer werd opgeroepen om in de Omgevingsvisie mee te nemen dat bij knooppunten voldoende oplaadvoorzieningen worden gecreëerd.

De Brey heeft het thema mobiliteit in zijn portefeuille, staat te lezen op de site van de provincie Utrecht. ‘Dat is problematisch’, zegt De Vries. ‘Zodra ElaadNL werkzaamheden doet voor de provincie, ten behoeve van de provincie, en een werknemer van dat bedrijf zit in de Provinciale Staten, dan zou diegene zich echt afzijdig moeten houden op de terreinen die dat bedrijf aangaan. Als er tegengestelde belangen zijn tussen wat goed is voor het bedrijf, en wat goed is voor de bevolking van de provincie, kom je in een conflictueuze situatie. Dat moet je ten alle tijden vermijden.’

Baerte de Brey
Baerte de Brey (VVD )

De Brey zelf geeft echter aan, na vragen van BNR, dat hij géén woordvoering mobiliteit doet, en deze Statenperiode ook geen enkele commissie Milieu en Mobiliteit heeft bijgewoond. Dit zou verkeerd op de site gezet zijn, en worden aangepast.

Daarnaast geeft hij aan het belangrijk te vinden om ‘verschillende maatschappelijke verantwoordelijkheden duidelijk uit elkaar te houden.’ Bij onderwerpen die raken aan elektrisch vervoer zou hij wegblijven, om elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. In elk geval in één geval wordt dit ook zeer duidelijk uit een mailwisseling met de Statengriffier. Over het scheiden van verantwoordelijkheden zouden ook van tevoren afspraken zijn gemaakt binnen de fractie.

Toon Kerkhoff, Universitair docent Bestuurskunde Universiteit Leiden, vindt het niet allesbepalend of iemand zich onthoudt van stemming: ‘Stemmen is maar één moment in een heel proces van beleidsbepaling. Je hebt allerlei vergaderingen, gesprekken bij het koffiezetapparaat, je belt iemand op. Dus als het tegenargument wordt gegeven dat iemand niet meestemt, dan berust dat wat mij betreft op een heel naïef idee van wat besturen en beleid maken is. Beslissingen worden al genomen in het hoofd van mensen, naar de stemming toe. Dus daar kan zo iemand heel goed een rol in spelen, zonder dat wij ervan weten.’

Ook als iemand nooit het woord voert over onderwerpen die de nevenfunctie direct raken, kan er volgens Kerkhoff een probleem zijn: ‘Heel veel onderwerpen zijn zo aan elkaar gekoppeld. Dus dan ga je over laadpalen, maar dat heeft natuurlijk te maken met allerlei andere dingen, zoals bijvoorbeeld belasting op benzineauto’s, of de ruimtelijke ordening. Als je laadpalen wil plaatsen, moet je met allerlei dingen rekening gaan houden. Dus waar ligt dan die grens, over waar je wel en niet iets over kunt zeggen? Beleid is niet zo per onderdeel te scheiden, dat kan niet.’

Kerkhoff vraagt zich daarnaast af in hoeverre de verschillende verantwoordelijkheden en taken echt van elkaar te scheiden zijn. ‘Het kan, maar dat is voor de buitenwereld vaak helemaal niet inzichtelijk. Dan zit je in een vergadering, gaat het over allerlei onderwerpen, en komen bijvoorbeeld opeens die laadpalen voorbij. Dan moet je dus opstaan en weggaan. Doen mensen dat? Geen idee. Misschien moet je dan gewoon die functie niet hebben, om de suggestie van belangenverstrengeling helemaal te vermijden. Het is helemaal niet gezegd dat mensen kwaadwillend zijn, maar je hebt een belangrijke taak om die schijn te vermijden. En dan is de vraag: moet je, met deze functie, dan zitting hebben in de Provinciale Staten?’

Friesland

Jochem Knol was jarenlang bestuursvoorzitter van Groenlinks Friesland, voor hij in 2019 Statenlid werd voor die partij. Hij is daarnaast werkzaam als projectmanager bij Sweco Nederland, een ingenieursbureau dat inzet op het creëren van duurzame gebouwen, infrastructuur en schone energie en water.

Jochem Knol
Jochem Knol (Groen Links, Friesland)

De provincie Friesland doet regelmatig zaken met het bedrijf. Zo maakte Sweco in 2017 een plan voor gratis busvervoer voor toeristen, was het betrokken bij de aanleg van een nieuwe brug over het Harinxmakanaal en werkt het momenteel mee aan een nieuw provinciaal brugbedieningscentrum.

De Vries vindt het problematisch dat Knol werkt bij een bedrijf dat zakendoet met de provincie: ‘Dan moet je überhaupt niet in de Staten willen zitten, want het wordt dan lastig de schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan. En je moet die schijn al vermijden.’

‘Ik vind het discutabel dat je in de Provinciale Staten zit en tegelijkertijd manager bent bij een bedrijf dat zakendoet met de provincie’, zegt Kaptein. ‘Aan beide kanten heb je invloed en belangen. Natuurlijk is het van belang dat politieke vertegenwoordigers breed uit de samenleving komen en dus ook uit het bedrijfsleven in de provincie, maar als het gaat om zakelijke verhoudingen tussen de provincie en je bedrijf dan moet je als politieke vertegenwoordiger wel heel duidelijk vooraf maken dat je op geen enkele manier een rol speelt in de besluitvorming, want anders wordt het schimmig en kan je achteraf de schijn van belangenverstrengeling moeilijk weerleggen.’

Knol laat in een reactie weten dat hij met zijn werkgever heeft afgesproken géén projecten of acquisitie te doen die te maken hebben met de provincie Friesland. Ook geeft hij aan dat hij één van de vele werknemers is, en alleen op de hoogte is van de projecten die hij zelf doet. De werkzaamheden voor Sweco en het politieke werk voor de Statenfractie raken elkaar daarom geheel niet. Het is tot op heden eenmaal voorgekomen dat er een project in Friesland was, waar de provincie bij betrokken was, waarbij toch zijn specifieke kennis wenselijk was bij de mogelijke totstandkoming van het project. ‘Het betrof een (relatief klein) onderdeel waarbij ik werkzaamheden zou uitvoeren als adviseur en niet als projectmanager.’ Hij geeft aan dit vooraf gemeld te hebben bij zowel zijn werkgever als bij de commissaris van de Koning.

Knol voegt daarnaast toe dat hij vragen omtrent integriteit probeert bespreekbaar te maken, en ernaar te handelen. ‘Op die manier houd je het Statenwerk toegankelijk voor mensen die een baan hebben, ook als er raakvlakken zijn tussen iemands professie en de werkzaamheden die een provincie uitvoert. Als je de redenatie van de hoogleraren volgt, kan niemand met een betaalde baan meer Statenlid zijn.’ Groenlinks fractievoorzitter Charda Kuipers benadrukt dat er van belangenverstrengeling in het geval van het werk van Jochem Knol absoluut geen sprake is: “We hebben hier in de fractie nog nooit een probleem over gehad, mede doordat Jochem geen projecten doet die met de provincie Fryslân te maken hebben. Ik kan me bepaalde (lobby) functies voorstellen, waar het lastiger zal zijn om de belangen te scheiden dan bij wat hij doet.

Kerkhoff benadrukt nogmaals dat een nevenfunctie niet ineens niet meer problematisch is, als een Statenlid het woord niet voert over onderwerpen die daar specifiek mee te maken hebben. Dat is ook de reden dat voor beleidspersonen nu niet meer op aangrenzende ministeries gelobbyd mag worden. ‘We presenteren de overheid als kolommen met ministeries, maar die zitten natuurlijk de hele dag met elkaar aan tafel. Als jij op Economische Zaken een beslissing neemt, heeft dat bijvoorbeeld bij Klimaat ook gevolgen. Je kunt dat niet zomaar scheiden, al die dingen hebben met elkaar te maken en hebben invloed op elkaar.’

‘Als je dus wel meebeslist over aangrenzende thema’s, wekt dat de schijn van een probleem’, zegt Kerkhoff. ‘De vraag moet dan zijn: wat voor belangen spelen er? Zijn die belangen publiek of privaat? En dan moet je de keuze maken: of ik ben voor publieke belangen, of ik ben voor private belangen, en dan ga ik lobbyen.’

Van Nieuwenhuizen

Dit jaar waren lobby- en integriteitsregels vaker een punt van discussie. Zo trok de beoogd lijsttrekker van de VVD in Heemstede zich terug, nadat ophef was ontstaan over zijn functie als manager bij Tata Steel in IJmuiden. In maart dit jaar traden twee Limburgse CDA-gedeputeerden, Ger Koopmans en Hubert Mackus, per direct af vanwege een subsidieschandaal.

Verder spitste de discussie zich vooral toe op de landelijke politiek. Demissionair-minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen legde haar functie neer, om voorzitter te worden van Energie Nederland. Om dergelijke zaken in de toekomst te voorkomen, kwamen er strengere regels. Bewindspersonen moeten voortaan gedurende een periode van twee jaar na hun aftreden, vervolgfuncties voorleggen aan een onafhankelijke commissie. Daarnaast komt er een ‘draaideurverbod’.

Ook op provinciaal niveau moeten de regels aangescherpt worden, vinden de deskundigen. ‘Als deze regels bij bewindspersonen zelfs ná hun termijn voor een aantal jaren gaan gelden, dan zou je dat toch in ieder geval ook verwachten tijdens de termijn van Statenleden’, zegt Michiel de Vries. Timmermans denkt dat het goed zou zijn als de nieuwe regels ook gaan gelden voor Kamerleden en lokale politici. Daarnaast vindt Timmermans dat de regels ook aangescherpt moeten worden voor Statenleden die twee petten tegelijkertijd dragen.


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen