
Leefbaar grootste in Rotterdam
Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2018 waren de lokalen ook de grote winnaars met ongeveer een derde van de stemmen. In ongeveer driekwart van de gemeenten regeerde de afgelopen tijd een partij die niet op landelijk niveau meedoet. En het zijn niet alleen de kleinere gemeenten waar de lokalen het goed doen. In Rotterdam is Leefbaar Rotterdam met 11 zetels opnieuw de grootste geworden. In Den Haag gaat Hart van Den Haag, de politieke partij van Richard de Mos, voorlopig aan kop. En dat is opvallend want tegen Richard de Mos loopt al jaren een justitieel onderzoek, hij wordt verdacht van corruptie.
Teleurstellend
'De opkomst was ronduit teleurstellend en met name in de grote steden', zegt politiek verslaggever Sophie van Leeuwen. 'De minister Hanke Bruins Slot gaat onderzoek doen naar de oorzaak. De campagne is volledig in het water gevallen, het de oorlog in Oekraïne.' Wat volgens Van Leeuwen ook een rol speelde: het gedaalde vertrouwen in de politiek, ruzie tussen politieke partijen, een lange formatie en een kabinet dat nog niks heeft gepresteerd.'
Amsterdam weer rood
De Senioren Partij Maastricht nam in de Limburgse hoofdstad de koppositie over van het CDA. In Amsterdam lijkt de PvdA voor het eerst weer de grootste te worden, ten koste van GroenLinks. Die laatste partij lijkt de koppositie in Utrecht ondanks zetelverlies dan weer wel behouden. Van de landelijke partijen heeft VVD de meeste stemmen gehaald, net als vier jaar geleden. Maar de partij verliest wel wat. De VVD komt nu uit op zo'n 11,5 procent van de stemmen, in 2018 was dat nog meer dan 13 procent.
Verlies CDA
Ook het CDA verliest, maar wel minder dan vooraf gedacht werd. Partijleider Wopke Hoekstra zei in een eerste reactie dat de exitpolls 'beter dan verwacht' waren. Het CDA komt nu uit op 11,2 procent, vier jaar geleden was dat 13,4 procent. Het CDA lijkt van de landelijke partijen nog wel de grootste te blijven, nét voor de VVD.
Verlies SP
Ook is er verlies voor de SP. Vier jaar geleden koos ruim 4 procent van de stemmers in Nederland voor de socialisten, nu is dat 2,7 procent. De partij had zoals we weten te maken met een interne ruzie met de jongerenbeweging. SP-partijleider Lilian Marijnissen zei zich zorgen te maken over de lage opkomst. Volgens haar ging het deze campagne veel over de wereld en weinig over de buurt [en dat terwijl de partij het juist van dat laatste moet hebben.
GroenLinks boekte landelijk een beperkte zetelwinst, maar wist lokaal een aantal goede uitslagen neer te zetten. In Tilburg werd de partij de grootste, met een zetelwinst van 4. Ook in Leiden werd GL de grootste, ten koste van D66. D66 is de grootste in Den Bosch, Gouda en Amersfoort. Partijleider Kaag koesterde de 'zwaarbevochten extra zetels' van haar partij.
Jonge partijen
Relatief jonge partijen als Volt en Bij1 hebben in meerdere gemeenten hun weg naar de raad gevonden. Volt won twee zetels in onder meer Arnhem, Rotterdam, Enschede en Delft. Partijleider Dassen erkende dat de interne affaire rond Kamerlid Gündoğan ongetwijfeld een rol heeft gespeeld bij de uitslagen, maar benadrukte vooral dat dit een fantastisch begin is voor zijn partij in de gemeenteraadspolitiek. Bij1 wist zijn zetel in Amsterdam te verdrievoudigen.
Ook Forum voor Democratie haalt veel nieuwe zetels binnen. De partij deed in 2018 alleen mee in Amsterdam, maar stond nu in vijftig gemeenten op de lijst. FvD komt met twee zetels in de gemeenteraad van onder meer Lelystad en Almere. In Maastricht en Rotterdam debuteert de partij met een zetel. Bij de andere grote partijen zijn er op landelijk niveau geen grote verschuivingen zichtbaar.
Een kleine winst tekent zich af voor de PvdA vooral in Amsterdam, de Partij voor de Dieren, SGP, JA21 en Belang van Nederland van Wybren Haga. Een verlies is in zicht voor de PVV, ChristenUnie en 50PLUS. DENK blijft gelijk.
Laag
De opkomst was laag. De gemiddelde opkomst staat nu op 50,3 procent, tegenover zo'n 55 procent in 2018. Vooral in grote steden zijn mensen minder vaak naar de stembus gegaan. Zo was de opkomst in Rotterdam slechts 39 procent tegen bijna 50 procent vier jaar geleden. In Den Haag lag het opkomstpercentage op 43 procent en in Amsterdam ging zo'n 46 procent naar de stembus. In Utrecht was het dan weer iets hoger: daar heeft iets meer dan 56 procent van de kiesgerechtigden gestemd.