
'Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken heeft in feite gezegd dat 2023 gewoon weer een moeilijk jaar gaat worden', aldus politiek verslaggever Sophie van Leeuwen. 'De werkenden krijgen de grootste klap te verwerken want die moeten het 'kunnen hebben', zo stelde Van Gennip. Zij krijgen de minste koopkrachtcompensatie.'
Lees ook | 'Inflatie keert in 2024 terug als overheid geen oplossing bedenkt'
Van Leeuwen stelt tevens dat Van Gennip het advies van het CPB om de tijdelijke aard van het prijsplafond te honoreren eigenlijk direct overneemt. 'Zeker ook omdat de gasprijs nog een poos hoog zal blijven, kan de maatregel niet voor eeuwig gelden, zo zegt Van Gennip', aldus Van Leeuwen.
Pijnlijk
En dat zorgt voor een pijnlijke situatie, zo vindt DENK-fractievoorzitter Farid Azarkan. 'Mijn eerste reactie is vooral 'auw!', stelt hij. 'Dit koopkrachtverlies hadden we niet voorzien. Voor 2022 misschien wel, maar voor 2023 zouden we een plus moeten hebben van 3,8 procent. Volgend jaar hadden we een stukje moeten compenseren voor wat we verliezen in 2022.'
Hoewel Azarkan verbaasd is, is hij dat deels ook weer niet. 'De cijfers waarmee het kabinet op Prinsjesdag rekende, waren gewoon niet realistisch. Je kunt niet rekenen met een inflatie van 2,9 procent voor volgend jaar. Dat wordt gewoon 7 of 8 procent, dat kán haast niet anders.'
Lees ook | CPB waarschuwt voor lagere koopkracht en 'structureel hoge' energieprijzen
Azarkan benadrukt dat een koopkrachtdaling van 4 procent buitengewoon pijnlijk is, al kan hij er ergens wel begrip voor opbrengen. 'Ik begrijp dat je niet kunt zeggen niet iedereen te zullen compenseren', stelt hij. 'En zeker niet op deze manier. Maar aan de andere kant moeten we accepteren dat burgers met hetzelfde inkomen veel minder boodschappen kunnen doen.'
Exitstrategie
Hij hekelt dan ook de strategie van het continu implementeren van tijdelijke maatregelen. 'Je hebt altijd de mogelijkheid om met knippen en plakken en andere maatregelen waar we niet op ingeregeld zijn dingen op te lossen, maar die moeten ook altijd weer worden afgebouwd', stelt hij. 'Dat schiet niet op, dus je moet naar het structurele plaatje kijken.'
Lees ook | '2023 wordt zwaar jaar voor retailsector'
De stijging van de minimumlonen is daar volgens Azarkan een goed begin in geweest, maar er kan meer gedaan worden. 'Werken moet weer gaan lonen, dus je kunt mensen beter meer geld geven', vervolgt hij. 'Toen Rutte net premier werd, betaalde je 34 cent van iedere verdiende euro aan de overheid in welke vorm dan ook, maar dat is nu al 40 cent.'
Loon-prijsspiraal
Hij vervolgt: 'Vorige week hadden we een gesprek met De Nederlandsche Bank, en de deskundigen daar zien geen aanleiding voor een loon-prijsspiraal. De reden dat de inflatie hoog is zit hem met name in het gebruik van grondstoffen die nu doorwerken in alle facetten. Iets waarover de Nederlandse bank overigens zei 'dat ze het er na een jaar wel uit zien lopen', maar dat is verkeerd gezien door DNB.'
Lees ook | Agrarische sector volgend jaar mogelijk in problemen
Azarkan benadrukt des te meer geen loon-prijsspiraal te willen, maar wel compensatie voor burgers. 'Zij kunnen straks echt veel minder kopen voor hetzelfde geld, en bovendien: wat ik zie en hoor is dat veel bedrijven het component personeelskosten al verdisconteerd hebben in hun prijzen, terwijl het personeel het niet gekregen heeft. Overal zie ik hogere prijzen, terwijl dat helemaal niet verdisconteerd kan worden omdat zij zelf die prijsstijging nog niet hebben. Bedrijven maken dus miljarden winst, en mensen snappen dat niet.'
Lees ook| Werkgevers helpen personeel in geldnood