Het wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat asielzoekers evenwichtiger over het land worden verdeeld. Van der Burg heeft forse kritiek op de spreidingswet van onder meer de Raad van State op zijn eerste voorstel terzijde geschoven. 'Het kabinet heeft de inschatting gemaakt dat als wij zouden doen wat de Raad van State adviseerde, we geen meerderheid in de Tweede Kamer zouden behalen', licht de staatssecretaris toe. 'Het is dus pragmatisch.'
‘Als de asielinstroom toeneemt, zijn er extra plekken nodig’
Als de asielinstroom in het voorjaar toeneemt, zullen er volgens Van der Burg extra plekken nodig zijn. Daar moeten zowel het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) als het rijk mee aan de slag gaan, stelt de staatssecretaris. Het duurt namelijk nog wel even voordat de spreidingswet kan worden ingevoerd, het moet nu namelijk eerst langs de Tweede en daarna de Eerste Kamer.
Spreidingswet
Voor nu houdt het voorstel in dat gemeenten extra, vrij besteedbaar, geld kunnen krijgen als zij vrijwillig zorgen voor structurele opvangplekken. Het moet daarbij om minstens honderd plekken gaan die vijf jaar beschikbaar zijn. Als deze vrijwillige ronde onvoldoende plekken voor asielzoekers oplevert, moeten die in de provincie onder gemeenten worden verdeeld. Gemeenten die vanaf nu vrijwillig extra plekken realiseren krijgen, als de wet eenmaal is aangenomen, met terugwerkende kracht de bonus, zegt Van der Burg.
Lees ook | Staatssecretaris Van der Burg hoopt op steun BBB voor asielbeleid
Binnen een provincie kunnen gemeenten onderling 'uitruilen', als er maar voldoende opvangplekken komen, zo stelt Van der Burg in zijn wetsvoorstel. De ene gemeente kan bijvoorbeeld asielzoekers onderdak bieden, terwijl een andere gemeente statushouders gaat huisvesten. Dat zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben en daarmee recht op een woning. Als ook die ronde onvoldoende oplevert, kan de staatssecretaris zelf gemeenten dwingen opvangplekken te regelen. Hij neemt dan een besluit over de verdeling van de benodigde opvangplekken.
