
Van die 40 miljard kwam het grootste gedeelte bij het ministerie van Economische Zaken vandaan, weet Akkerman. Onder andere vanwege het energieplafond voor huishoudens en de tegemoetkoming voor energie-intensieve mkb-bedrijven. 'Maar ruim 20 miljard is zonder goedkeuring van de Kamer uitgegeven', duidt Akkerman. 'Normaliter, als er extra geld uitgegeven moet worden, kun je de begroting aanpassen.'
‘Je kunt zonder de Kamer geld uitgeven, maar dan schend je het budgetrecht. En dat mag alleen in een crisis’
Zo'n aanpassing wordt ook wel een incidentele suppletoire begroting genoemd, die altijd gevolgd wordt door een debat volgens Akkerman. 'Maar je kunt ook zonder de Kamer geld uitgeven. Dan schend je wel het budgetrecht van de Kamer, en dat mag alleen in een crisis.'
Geen crisis
En precies dat is het essentiële onderdeel dat ontbreekt volgens SP-Kamerlid Mahir Alkaya. Hoewel hij de pandemie wel degelijk als crisissituatie zag, vindt hij dat het kabinet 'sindsdien in een permanente crisis zit, waarbij er te lang op coulance is gerekend'. 'En daarom vindt hij dat er ook niet op een crisismanier geld uitgegeven moet worden', duidt Akkerman.
Lees ook | Kabinet spendeert te vaak zonder parlementaire goedkeuring
Volgens hoofdredacteur Jasper Lukkezen van economenvakblad ESB is het terecht dat de Kamer zijn zorgen uit over de ongeoorloofde uitgave van zulke bedragen. '20 miljard is gewoon twee à drie procent van ons bbp, en dat is vier à vijf procent van de rijksbegroting', aldus Lukkezen. 'Ik snap dus dat de Kamer zich er druk om maakt.'
Principes
Hij denkt tevens dat het ook een principieel punt is voor het parlement. Temeer omdat inspraak van de Tweede Kamer essentieel is voor goed bestuur. 'Het overgrote merendeel van die 20 miljard zijn waarschijnlijk uitgaven die de Kamer toch wel had goedgekeurd als het ze gevraagd was', duidt hij.
Lees ook | VVD: 'De crisisjaren liggen achter ons, dus de overheidsfinanciën moeten beter'
En precies daar gaat het debat over vandaag, denkt Lukkezen. Hij benadrukt dat er onderwerpen zijn waarbij het beter is om geld direct uit te geven dan dat er te lang gewacht wordt op de goedkeuring van het parlement. 'Het is nu relatief makkelijk voor de minister om geld uit te geven zonder het parlement te raadplegen', legt hij uit. 'Er moet een brief naar de Kamer worden gestuurd waarin wordt uitgelegd dat er sprake is van spoed, en dan is het aan de Kamer om er achteraf wat van te vinden. En daar zijn partijen - inclusief de VVD - uiteindelijk niet heel gelukkig mee.'