Eerder deze maand liet financieel directeur Jeroen Slop in het FD al doorschemeren dat de mogelijkheid voor een beursexit dichterbij is dan in het verleden. En dat houdt de gemoederen in Amsterdam flink bezig.
Beursgang
Na mooie sportieve successen in onder meer de Champions League, vertrok Ajax in 1998 naar de beurs. De club haalde rond de 56 miljoen euro op door het uitgeven van 4,8 miljoen aandelen. Een aandeel dat overigens maar weinig van waarde verandert, vertelt Corné van Zeijl van SNS Asset Management: “Er zit vrijwel geen verandering in. De onderkant van de koers is 6,85 en de bovenkant is 7,25 en daar heb je zo’n beetje het hele jaar wel mee gehad.”
Clubgevoel
De roep om van Ajax weer echt een gewone voetbalvereniging te maken verstomt maar niet. Met dat clubgevoel heeft voormalig algemeen directeur van Ajax Frank Kales weinig op: “Ik word af en toe gestoord van het clubgevoel. Er zijn een hele hoop Ajax-fans in Nederland en er zijn 400 leden en dat zijn voor het grootse gedeelte oudere leden: dat is toch niet echt een vereniging met een clubgevoel.”
Goede cijfers?
Clubgevoel of niet: bij een beursgenoteerd bedrijf gaat het natuurlijk om de kille cijfers. Na alle transfers van de afgelopen zomer lijkt het erop dat de club er nu goed voor staat. Maar goede cijfers betekenen nog niet dat Ajax van de beurs moet worden gehaald: “Je bent naar de beurs gegaan omdat je je kapitaal wilde versterken. Nu gaat het ietsje beter en dan moet je het kapitaal weer terugtrekken en je balans daarmee verslechteren", zegt Van Zeijl.
Kosten
Een beursexit heeft namelijk gewoon een prijskaartje. Gezien de huidige beurswaarde moet het bedrijf pakweg 30 miljoen euro ophoesten om de aandeelhouders uit te kopen. En juist daarom vindt Kales de beursexit eigenlijk geen goed idee: “Als ze dat willen besteden om Ajax van de beurs te halen en dan de vereniging een meer dan miljoenenbedrijf laat leiden, dan denk ik dat je de verkeerde kant op gaat.”
Spelregels van de beurs
Frank van den Wall Bake, onafhankelijk sport- en sponsordeskundige, vindt de gedachte om van de beurs af te gaan wel een hele goede, omdat hij een beursnotering niet vindt passen bij een voetbalclub.
“Het vervelende van de beursnotering is dat je je moet houden aan de spelregels van de beurs. Als ze een nieuwe speler willen kopen, moeten ze dat voor 8 uur ’s ochtends bekendmaken omdat het beursgevoelige informatie is. Als je een persconferentie organiseert om 8 uur ’s ochtends dan komt er geen hond, dus je kan niet goed naar je achterban communiceren", vertelt Van de Wall Bake.
“Het is een kwestie van willen. De huidige leiding van Ajax, waar toch een belangrijke stempel van Johan Cruijff ligt, lijkt mij in de richting wijzen dat de beursafgang een bespreekbare factor is.”
Baas in eigen huis
Veel Ajacieden zeggen dat de club na een beursexit weer baas in eigen huis kan zijn. Of zoals Cruijff begin oktober in zijn column schreef: de beursnotering wordt voor een vereniging als Ajax als een last beschouwd. En dat erkent ook een kenner als Corné van Zeijl van SNS Asset Management:
“Andere kant van het verhaal is dat je van alle ellende af bent van de Raad van Commissarissen en andere toeters en bellen. Geen jaarverslagen, vervolgens alle richtlijnen, regels en de AFM: daar ben je dan allemaal vanaf.”
Europese top
Volgens Kales kan Ajax het zich sportief niet veroorloven om de beurs te verlaten. De club moet alle zeilen bijzetten om weer aansluiting te vinden bij de Europese top. “Als de seizoenkaarthouders, de sponsors en een klein beetje televisie je enige inkomstenbron worden, dan ben je in de Europese top kansloos. Ook omdat je jonge spelers niet vast kunt houden.”