'Ondoorzichtig rapport over zwarte jaren van de Tour'
Het onderzoek van de Franse Senaat met nieuwe onthullingen over dopinggebruik in de Tour van 1998 is op een ondoorzichtige manier tot stand gekomen. Bovendien zijn niet de gewone procedures gevolgd met een A-staal en een B-staal.
Dat zegt directeur Herman Ram van de Nederlandse Dopingautoriteit tegen BNR's Petra Grijzen. Opmerkelijk is volgens hem bovendien dat niet de commissie zelf, maar Le Monde de lijst publiceerde, "Ik weet niet hoe de lijst is samengesteld en hoe het bewijs gevormd is, en de renners zelf ook niet. Dat vind ik een wat scheve verhouding en een ondoorzichtige manier van onderzoek."
Als de komende dagen blijkt dat het bewijs keihard en onweerlegbaar is, is er wat Ram betreft nog niet zo veel aan de hand, maar op dit moment is er nog te veel onduidelijkheid. Sprinter Jeroen Blijlevens is een van de coureurs die in de Tour de France van 1998 doping heeft gebruikt, blijkt uit het onderzoek. De sprinter won dat jaar een etappe en is nu ploegleider bij Belkin.
Leerzaam
Dat er ook expliciet namen naar buiten zijn gekomen voegt volgens Ram niet veel toe, omdat eventuele overtredingen toch al verjaard zijn. Wel is het leerzaam dat goed in beeld wordt gebracht wat er op dat moment aan de hand was, waardoor een totaalbeeld ontstaat van de 'zwarte jaren van het wielrennen'.
Een aantal van de namen op de lijst wordt al jaren genoemd, beaamt Ram. Ze kunnen relevant zijn voor arbeidsrechtelijke zaken, maar daar staat de dopingautoriteit volledig buiten. Wel zou het volgens Ram goed zijn om de hele handel open te gooien uit de periode waarover nog wél tuchtzaken kunnen worden afgehandeld. "Maar dit is wel heel lang geleden. Ik vind het heel interessant, maar ik merk dat de mensen die genoemd worden in een hele rare positie terechtkomen waarin ze zich nauwelijks kunnen verdedigen."