Update | Ten Dam: net als in 1910 spijkers gestrooid
Laurens ten Dam was zondag een van de vele renners die in de afdaling van de Mur de Péguère een lekke band kregen. De Raborenner raakte daardoor achterop bij de groep met klassementsrenners.
"Dit sloeg helemaal nergens op, ik denk dat er spijkers zijn gestrooid, net als in 1910'', zei Ten Dam. "Ik was zelf ook slachtoffer. Ik was in mijn dooie eentje en was volledig op mezelf aangewezen.''
Pissig over Rolland
Ten Dam zag in de laatste kilometer van de klim al renners lek rijden. "Ik ben in de afdaling naar Bradley Wiggins gereden en heb hem gezegd dat er zeker tien man lek waren gereden. Hij zei: wie, wie? Ik vertelde hem van Evans en Klöden en precies op dat moment demarreerde Rolland. Daar was hij een beetje pissig over en dus ging hij daar achteraan. Toen reed ik zelf ook lek. De eerste materiaalwagen reed voorbij, van de tweede kreeg ik een wiel. Dit heb ik nog nooit meegemaakt."
Voor Cadel Evans liep de dag uit op een persoonlijk drama. Hij reed liefst driemaal lek op de laatste berg van de 14e etappe. De BMC-kopman moest bovenop de Mur de Péguère minutenlang wachten op een nieuw achterwiel en in de afdaling kreeg hij nog twee lekke banden. "Dit was een dramatische dag'', bromde de tourwinnaar van vorig jaar aan de finish in Foix.
Déjà vu van de Vuelta
Dankzij Bradley Wiggins, de leider in het algemeen klassement die het
peloton maande te wachten op Evans, liep de Australiër geen tijdverlies
op. "Ik weet niet wat er voor me allemaal gebeurde, want ik kwam
minutenlang niemand tegen'', zei Evans over de afdaling, waarin hij nog
twee keer van wiel moest wisselen. De Australiër was het voornaamste
slachtoffer van de spijkers die door toeschouwers op de weg waren
gelegd. "Om deze reden rijd ik bijna nooit meer in Spanje. Dit heeft me
al een keer de Vuelta gekost en ook andere races daar.''