
Hij beweert namelijk dat 12 wielrenners tijdens de Tour de France van 2015 met motortjes op hun fietsen hebben rondgereden. Vooralsnog gaat het echter alleen nog om beschuldigingen. ‘De concrete bewijzen zijn zo verschrikkelijk mager. Die zijn er nu opnieuw niet’, stelt oud-wielrenner en journalist Thijs Zonneveld. ‘Dat het werkt is niet meer de vraag, maar dat wil niet zeggen dat het wordt gebruikt. De UCI controleert het pas sinds 2 jaar, dat is eigenlijk veel te laat’, vervolgt hij.
Tik voor geloofwaardigheid van de sport
Zonneveld neemt de berichten over mechanische doping voorlopig niet heel serieus. ‘Ik heb ook wel het idee dat er veel oudere journalisten zijn die het gevoel hebben dat ze de vorige keer de slag hebben gemist en dit nu overdreven serieus nemen. Als een soort overcompensatie.’ Er is echter wel aanleiding om onderzoek te doen: ‘Dat gebeurt de afgelopen 2 jaar, voornamelijk in grote wedstrijden. Het is veel te laat. De geloofwaardigheid van de sport heeft weer een tik gekregen omdat ze dat jarenlang niet hebben gedaan', besluit Zonneveld.
Verdy zegt zich te baseren op verklaringen van informanten, waaronder ploegleiders en renners zelf. Verdy deed zijn uitspraken in het Amerikaanse televisieprogramma 60 Minutes. In het programma werd gesuggereerd dat Franse autoriteiten hebben verklaard dat de tijdritfietsen van Team Sky in 2015 aanmerkelijk zwaarder waren dan de fietsen van andere teams. De fietsen van de Britse ploeg wogen zo’n 800 gram meer dan fietsen van andere ploegen.