Wat eten onze sporters in Rio?
Met wetenschappelijk precisie heeft Karin Lambrechtse de voeding voor de Olympische baanwielrenners voorbereid in de aanloop naar de Spelen. Maar wat mogen de topsporters nou wel of niet eten ter voorbereiding? De voedingsadviseur en voormalig danseres legt uit.
'De samenstelling en timing van het voedsel is belangrijk', vertelt Lambrechtse, tevens auteur van het boek SPORTables. 'Wij zeggen altijd: voeding maakt je geen Olympische winnaar, maar het is wel de basis.'
De spelers hebben van haar op maat gemaakte Rio-repen meegekregen. 'De reep mag niet plakken in de mond en er mogen geen korrels achterblijven. Meestal zitten er in zo'n reep onder andere gedroogd fruit, graanproducten, noten, mineraalzout en citroensap.' Deze repen dienen als tussendoortje. 'Een lunch kan bijvoorbeeld bestaan uit ei, havermout of brood. De latenightsnack moet eiwitrijk zijn.'
Hygiëne speelt tevens een belangrijke rol. Zo drinken de sporters geen kraanwater in Rio. 'We nemen liever het zekere voor het onzekere. Voor het bereiden van de maaltijden waste ik twee minuten mijn handen.'
Spoedcursus
In haar boek geeft de voedingsadviseur ook tips voor de 'gewone' sporter en zelfs de niet-sporter. Lambrechtse adviseert: 'Voor het sporten niet te veel vet en vezels. Dat kan klachten in de maag en darmen geven. Het is beter om koolhydraten te eten die snel opgenomen worden. Na het sporten gaat het vooral om de eiwitten.