
24 juli 2013. Het is een datum die in het geheugen van ‘Jerommeke’ gegrift staat. Het is drie dagen nadat Marcel Kittel op de Champs-Élysées in Parijs naar de zege is gesprint in de laatste Touretappe. De Franse senaatscommissie maakt deze woensdag een rapport openbaar waaruit blijkt dat Blijlevens tot de renners behoort die in de Tour van 1998, de beruchte Tour de Dopage, doping hebben gebruikt.
Gelogen
Blijlevens, dan ploegleider bij Belkin, beseft direct dat hij in grote problemen zit. Eerder heeft hij een convenant ondertekend, waarin hij heeft aangegeven nooit verboden middelen te hebben gebruikt. De regels van het convenant schrijven voor dat je moet opstappen als blijkt dat je hebt gelogen. Op 25 juli, de dag waarop hij met een open brief komt waarin hij dopinggebruik bekent, wordt hij ontslagen door Belkin.
Van de ene op de andere dag is hij persona non grata in de door hem zo geliefde sport. “De ploegen en de KNWU hadden een onderlinge afspraak gemaakt dat je niet meer bij de ploegen aan het werk mag als je het convenant zou schaden”, vertelt Blijlevens tien maanden na zijn ontslag. Hij maakt graag van de gelegenheid gebruik het misverstand uit de weg te helpen dat dit betekent dat hij nóóit meer ploegleider kan worden. “Als er een níeuwe ploeg komt, kan ik daar gewoon werken. Dus ik heb nog wel de hoop.”
Kledingverkoper
Blijlevens, die sinds oktober actief is als verkoper van wielerkleding, heeft momenteel geen zicht op een functie binnen een wielerploeg. “Ik verkoop kleding aan clubs en bedrijven. Een Italiaans merk: GSG. Ik ga eerst naar de club toe om tot een akkoord te komen. Dan wordt er gedesignt en dan laat je iedereen de kleding passen. De kleding wordt in Italië gemaakt en komt dan deze kant op.”
Of zijn nieuwe job goed bevalt? “Het bevalt goed, je bent toch een beetje met mensen bezig”, antwoordt hij. “Maar ik zou liever ploegleider zijn. Het liefst in Nederland. In je moerstaal is het toch het makkelijkste converseren natuurlijk. Maar het buitenland zou ook kunnen.”
Het is duidelijk: Blijlevens heeft een terugkeer in het wielrennen niet uit z’n hoofd gezet. Dat kan ook niet, want daar is hij veel te veel liefhebber voor. Met vier Touretappes, vijf zeges in de Ronde van Spanje en twee in de Giro liegt zijn erelijst er niet om. Als ploegleider werkte hij de afgelopen jaren onder andere met ‘gouddelver’ Marianne Vos en Wilco Kelderman, de Nederlandse wielerhoop.
Kelderman kan Tour winnen
“Als hij zo blijft groeien zeker”, zegt hij op de vraag of hij in Kelderman een toekomstige Tourwinnaar ziet. “Die jongen is echt serieus, denkt over dingen na en neemt dingen van andere mensen aan. Er staat echt wel een goeie kop op. Maar je moet ook een beetje geluk hebben met je generatie, met wie er opstaat. Kijk, Ullrich heeft pech gehad met Armstrong. Tom Boonen won op een gegeven moment in de Tour ook massasprints. Tom Boonen is geen sprinter, maar destijds waren er geen sprinters. Nu heb je wel weer een aantal echte sprinters: Kittel, Cavendish. Toen waren die er niet.”
Wie het beste uit wielrenners wil halen, moet voor een hecht team zorgen, zegt de oud-ploegleider dan. “Het is belangrijk dat er een ploeg staat. Er moet gelachen worden en er moet plezier zijn. Maar op het moment dat het serieus ís, moet iedereen serieus zíjn.”
Luchtig
Als ploegleider probeerde Blijlevens de boel een beetje luchtig te houden. “Je moet renners ook inspraak geven. Je moet het probleem bij renners neerleggen. Je moet ze laten nadenken. Vorig jaar in Maleisië hadden we bijvoorbeeld Theo Bos bij ons. Theo Bos is de beste sprinter, maar je moet uitkijken dat je niet vanaf de eerste kilometer op kop gaat rijden.”
“Het was de eerste keer dat ik alleen met een ploeg wegging. Twee dagen van tevoren had ik een stelling weggelegd van: ‘Jongens, we gaan niet kop rijden, ga maar eens nadenken wat we wel gaan doen’. Dat vonden ze vreemd. Ik liet hun zeggen dat we geen negen dagen op kop kunnen rijden. Je bent daar met maar zes of zeven renners; dan kan je geen sprint aantrekken. Als je een beetje stuurt en het wordt hún plan, dan zijn ze daar in de koers ook mee bezig. Renners moeten zélf nadenken. De situatie in de koers is altijd anders, Als je tegen renners zegt: ‘Jij moet dat doen’ en het loopt anders, dan kunnen ze het niet.”
Van Gaal
Een goede ploegleider zorgt volgens hem dat iedereen op z’n gemak is, dat er een relaxte sfeer is. “Dat was wel een kwaliteit van Cees (Priem, manager bij TVM toen Blijlevens daar reed, red.) Die kon echt een ploeg met een goede sfeer neerzetten. Een people’s manager hè. Een beetje zoals Guus Hiddink. Van Gaal is precies het tegenovergestelde. Ik denk dat het vooral werkte toen hij bij Ajax werkte. Toen jonge jongens tegen hem opkeken en precies deden wat hij zei. Als hij met vedettes moet gaan werken, wordt het moeilijker.“
Het is geen toeval dat Blijlevens de vergelijking met het voetbal trekt. Wielrennen is absoluut zijn sport nummer 1, maar hij volgt ook het voetbal op de voet. “Als er een mindere koers is, dan zie ik liever een mooie voetbalwedstrijd."
Doping in voetbal
Wat hem wel stoort aan de voetballerij is dat de sport wegkomt met zaken waar het wielrennen niet mee wegkomt. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de media, vindt hij. “Journalisten vertellen niet dat er overal doping wordt gebruikt. Er worden alleen maar stukken geschreven over doping in de wielersport. Als Messi bij Barcelona komt en te klein is en daarom groeihormonen krijgt toegediend, is dat normaal. Maar dat is gewoon doping. Als je het in de wielersport over groeihormonen hebt, is dat wel anders.”
Ja, die vergelijking gaat zeker op, benadrukt hij. “Waarom niet? Waarom zou een voetballer het wel mogen en een wielrenner niet? Laatst zag ik op tv een keeper die last van z’n hand had. Die vroegen ze hoe het met z’n hand was. Die zei: ‘Weet ik niet, moet je me morgen vragen. Ik ben helemaal volgespoten’. Dat is allemaal cortisonen. Als je in de wielersport zo’n dik oog hebt omdat je bent gestoken door een bij, moet je cortisonen hebben. Dat mag niet, want dat is doping. Dan moet je afstappen. En een voetballer mag zich volspuiten. Dan zeggen ze nog dat hij een held is ook.”
Contador of Froome
Terug naar het wielrennen. We willen graag zijn verwachtingen over de Tour de France 2014 horen. “Het wordt een mooi gevecht tussen Contador en Froome. Contador is dit jaar een heel stuk beter. Je kan wel iets moois verwachten.”
Wie de verrassing van vorig jaar, Bauke Mollema, op het Tourlijstje als favoriet noteert, kan wel eens bedrogen uitkomen. “Ik zie in Mollema meer een eendagsrenner dan een ronderenner, omdat zijn tijdrit te zwak is. Het is lang aanklampen, maar hij heeft niks extra’s. Je kan bij geen enkele aankomst bergop zeggen: hier zou hij tijd moeten pakken. Het is aanklampen en verdedigen en met de tijdrit verliest hij tijd. Nee, ik zie hem geen podium halen."