Het wrange lichtpuntje van de ebola-uitbraak
Ebola heeft niet alleen een hoop dood en verderf gezaaid, maar heeft ook iets moois opgeleverd. Er is veel vooruitgang geboekt op het gebied van ziektebestrijding en -preventie - nota bene door statistici - die kan helpen bij toekomstige virusuitbraken.
“Iedereen die een beetje in het vakgebied van de statistiek, van de datasites zit, heeft door dat hier echt iets machtig moois gebeurd is”, zegt hoogleraar Aske Plaat van het Leiden Institute of Advanced Computer Science (Universiteit Leiden).
In het Leiden Institute of Advanced Computer Science werken statistici en informatici aan algoritmes om grote hoeveelheden data te verwerken. Dankzij de ebola-uitbraak kwamen er steeds meer data over de verspreiding van de ziekte vrij van de getroffen landen – Guinee, Liberia en Sierra Leone – en de wereldgezondheidsorganisatie WHO. De wetenschappers denken dat de kenniswinst hiervan bruikbaar is om toekomstige virusuitbraken te beheersen.
Big data
De ebola-epidemie, die inmiddels op zijn retour lijkt, maar nog steeds gevaarlijk is, kon zich snel verspreiden. Belangrijke oorzaken waren volgens
Plaat het ontbreken van
eenvoudige tests
en onduidelijkheid over de plaatsen waar het dodelijke virus zich precies bevond.
Terwijl de epidemie om zich heen greep, werd een aantal zaken duidelijk. Naarmate autoriteiten meer informatie beschikbaar stelden en uitwisselden, konden wetenschappers wereldwijd hun modellen over de verspreiding van een epidemie verbeteren. Daarbij konden ze gebruik maken van moderne dataverwerkingstechnieken, die de laatste jaren enorm zijn verbeterd.
Dynamische modellen
Hierdoor, zegt Plaat, krijg je dynamische in plaats van statische modellen. “Zo eens in de maand kreeg je updates van de
huisartsen van een land binnen en soms wat historische gegevens. Dat waren
statische modellen. Tegenwoordig zijn het dynamische modellen geworden. Elke
dag, elke minuut, gewoon op het moment dat ze binnenkomen, elke microseconde
dat er een nieuw Twitterbericht binnenkomt, wordt het verwerkt in nieuwe,
dynamische epidemiologische modellen.”
Ook het snel verwerken van telefoongegevens is belangrijk. “Ook in die arme landen heeft iedereen mobiele telefoons. Je kunt gewoon turven hoe vaak er naar 112 gebeld wordt. Als dat een piek vertoont, dan is er iets aan de hand in een regio, dan maken mensen zich zorgen.”
Het voordeel hiervan is dat autoriteiten meteen de juiste maatregelen kunnen nemen, zegt de hoogleraar. “Je bent politieagent, je wilt een gebied afsluiten omdat je verwacht: ‘er is iets aan de hand in mijn regio’ en je ziet wat er nu aan de hand is, dan heeft jouw actie, die je op dat moment doet, zin. Dat is wat anders dan wanneer je op basis van data van een maand oud werkt. Dan ben je gewoon te laat.”
Plaat aanvaardt vandaag zijn benoeming als hoogleraar Data Science met zijn oratie ‘Data Science and Ebola.’