Deze week is het 'de week van het digitaal erfgoed', die onder meer wordt gevierd met een workshop webarcheologie. Want daar is het hoog tijd voor. 'Vijfentwintig jaar geleden hebben mensen een begin gemaakt met de biljoenen data die nu normaal zijn. Dat was het begin van een heel nieuw tijdperk. Hoe die mensen dat toen gedaan hebben, is onze geschiedenis. En die is nu belangrijk', zegt informatica-historicus Gerard Alberts van de Universiteit van Amsterdam.
Kwetsbare bits, kwetsbare context
Digitale informatie kan makkelijk kapot en is dus heel kwetsbaar, zegt Hannah Bosma, muziekwetenschapper en specialist in digitaal erfgoed. 'We worden nu omringd door gigantische hoeveelheden digitale informatie, maar tegelijkertijd zijn we bang dat dat ook weer heel snel verdwijnt. De bits zelf zijn kwetsbaar, maar ook de hele context waarmee je ze kunt gebruiken en begrijpen.' Ze noemt als voorbeeld de oude, elektromagnetische opslag van data, waar straks niemand meer mee uit de voeten kan. 'We zijn bang dat over een tijd alle belangrijke dingen van dit tijdperk verdwenen zijn en onze nakomelingen nog maar heel weinig weten van deze tijd.'
Hé, een bewegend poppetje
Oude data kun je op twee manieren weer aan de praat krijgen, legt Alberts uit. 'Bij emulatie breng je de oude software zoveel mogelijk in de oorspronkelijke vorm tot leven, bij replica doe je het omgekeerde: dan programmeer je ongeveer wat je systeem destijds ongeveer deed.' Alberts wil teweegbrengen dat wij ons nu nog een beetje in die geschiedenis kunnen verplaatsen. 'Nu is een bewegend poppetje op je scherm niks, maar toen was het een sensatie: je zat achter je computerscherm en daar kwam opeens een bewegend poppetje voorbij.'