Er zijn wereldwijd vier belangrijke netwerken van navigatiesatellieten: het Europese Galileo, het Amerikaanse GPS, het Russische GLOSNASS en het Chineze Baidou. Niet alleen smartphones en de navigatie in de auto, ook andere vaak belangrijkere systemen maken er gebruik van. Als één van die netwerken met een storing kampt, zoals deze zomer met het Europese Galileo, dan schakelt de apparatuur die ervan gebruik maakt over op een andere, bijvoorbeeld op het Amerikaanse GPS-systeem.
Die systemen worden wel in de gaten gehouden, maar alleen door hun 'eigenaren', zegt Bert Hubert van PowerDNS, die de het monitoringssysteem bedacht. 'Het is toch een beetje alsof je bij iemand in de keuken kijkt. Die monitoring die ze hebben, staat daarom niet op internet.' Met openbare data van die satellieten kan dit nu wel.
