Nederlanders zijn vooral koploper dankzij slimme thermostaten die veelvuldig gebruikt worden. Mede daardoor heeft bijna driekwart van de bevolking van 12 jaar en ouder slimme apparaten in huis. 'Terwijl dat getal wereldwijd ongeveer op 8 procent staat', vertelt Dave Maasland, CEO van security-bedrijf ESET. Zulke apparaten die vallen onder de noemer 'internet of things' bieden nieuwe mogelijkheden, zoals de verwarming alvast aanzetten in de trein naar huis. Maar ze brengen ook risico's met zich mee.

Strengere wetgeving
De beveiliging blijkt namelijk niet altijd op orde. Daardoor bestaat het risico dat hackers inbreken in zulke apparaten en de hand leggen op gevoelige informatie, zoals beelden van een beveiligingscamera. De Europese Commissie liet daarom vorige maand weten de producteisen van zulke apparaten te willen aanscherpen om deze beter te beschermen tegen hackers. Daarnaast gaat er in 2024 een EU-verbod gelden op onveilige slimme apparaten. 'Ze mogen dan echt niet meer in de EU verkocht worden. Maar op dit moment zijn er nog veel IoT-apparaten in omloop die niet veilig zijn of niet goed met onze data omgaan', zegt Maasland.
Wachtwoorden
Maasland geeft tips om veilige en onveilige slimme apparaten van elkaar te kunnen scheiden. 'Het gaat om basale dingen die misgaan bij slimme apparaten. Zoals: het niet zelf kunnen instellen van wachtwoorden, moeilijk updaten, niet goed getest en focus je op het gebruiksgemak.'
Een kwart van de mensen die geen gebruikmaken van zulke slimme apparaten noemt privacy als een van de redenen, een even grote groep noemt de beveiliging. De meeste Nederlanders zonder zo'n apparaat hebben er gewoonweg geen behoefte aan. Ook worden de apparaten vaak nog te duur bevonden.