Toch neemt in veel Europese landen, waaronder Nederland, de bereidheid toe om mensen met een andere huidskleur of andere etnische achtergrond op te nemen. In Polen en Tsjechië neemt die bereidheid juist af.
Ruimhartige asielprocedure
Vooral Duitsland, Frankrijk, Zweden en Noorwegen stonden in 2014 en vorig jaar positief tegenover het opnemen van moslimmigranten. Tussen 2002 en 2015, net voor de grote vluchtelingencrisis, is in bijna alle deelnemende landen de overtuiging toegenomen dat de overheid in asielprocedures ruimhartig moet zijn. Maar de onderlinge verschillen zijn groot: is in Tsjechië 20 procenten voorstander van zo'n ruimhartiger beleid, in Zweden en Polen is dat 60 procent.
Jongeren en hoger opgeleiden blijken in het algemeen meer open te staan voor migranten en vluchtelingen met een moslimachtergrond dan ouderen en laagopgeleiden.
Tineke Ceelen, directeur van de Stichting Vluchteling, ziet een groeiende polarisatie rond migratie. Ze legt uit: "Dat je aan de ene kant een verharding ziet ten aanzien van vluchtelingen, maar aan de andere kant ook heel veel mensen die graag een bijdrage willen leveren." Ze wijst bijvoorbeeld op het grote aantal mensen dat zich aanbiedt als vrijwilliger bij de opvang.
Opvang in de regio
Opvang in de regio, waar iedereen het in Europa over heeft, is niet goed geregeld, zegt Ceelen. Ze is net terug van een rondreis door Jordanië, Libanon en Noord-Irak, waar zo'n 2 miljoen Syriërs worden opgevangen. "De omstandigheden zijn, ook na vijf jaar oorlog, nog altijd schrijnend. Vorig jaar is ongeveer de helft van het geld dat nodig is om aan de meest minimale levensvoorwaarden te kunnen voldoen, bij elkaar gebracht. En heb ik het echt over de meest minimale levensvoorwaarden."
Ceelen vertelt hoe mensen huur moeten betalen voor natte tenten en tot hun enkels in de modder staan. "En ze mogen niet werken. De helft van de kinderen gaat maar naar school, en ga maar zo door. En dan hebben we het nog niet gehad over het gebrek aan perspectief."
Er moet voor opvang in de regio dan ook veel geld bij, zegt Ceelen.