'Rijksoverheid moet COA meer ondersteunen'
De rijksoverheid moet meer aandacht besteden aan de ondersteuning van het COA. Dat zegt Franc Weerwind, burgemeester van Almere. Als Den Haag met een nieuw verzoek komt aan Flevoland voor de opvang van vluchtelingen, zal Almere zich buigen over de vraag wat er nog meer mogelijk is.
Voordat extra opvangplekken aan de orde zijn, moet eerst invulling worden gegeven aan de invulling van 600 geplande opvangplekken. Pas als er een concrete vervolgvraag komt, gaat de gemeente het gesprek aan hoe en of dat in Almere ingevuld kan worden, zegt Weerwind. "Ik vind het heel belangrijk dat je altijd weegt wat past en wat een gemeente aankan. Dat lijkt me een juiste gang van zaken."
Maar voorlopig houdt Almere het bij maximaal 1.400 vluchtelingen. Dat is de grens die de gemeenteraad heeft aangegeven en daar zal het voorlopig dus bij blijven, zegt Weerwind. Dat vergt al veel van het COA en vraagt vooral om een groot draagvlak. "Ik zeg niet dat die er nu niet is, maar ik heb een rijksoverheid nodig die goed beseft dat je vanaf het begin een goede organisatie neer moet zetten en draagvlak moet creëren om mensen te laten integreren in de Nederlandse samenleving."
Investeren
Zeker voor een stad van 200.000 inwoners is een breed draagvlak voor de opvang van vluchtelingen van groot belang, meent Weerwind. Het COA worstelt op dit moment met de invulling van de 800 huidige en 600 nog te plaatsen vluchtelingen en daarvoor is een goed samenspel nodig tussen gemeente, COA en rijksoverheid. "Ik vind dat je erin moet blijven investeren. Daar hebben wij als gemeentebestuurders ook een verantwoordelijkheid in."
Weerwind ziet veel kracht op gemeentelijk niveau en zijn eigen gemeente herbergt een 'fantastisch' asielzoekerscentrum. Het blijft lastig manoeuvreren in een stad waar de PVV de grootste partij is. Dat lijkt een obstakel, maar Weerwind ziet er geen onoverkomelijke problemen in. "De PVV praat namens heel veel Almeerders en volgt heel kritisch hoe we hier mee omgaan. Ik hoor dat men zich zorgen maakt en tegelijkertijd merk ik ook in de raad dat ze zeggen: waar we kunnen opvangen, zullen we dat doen."