NAP bestaat 200 jaar: 'Van lokaal naar Europees meetinstrument'
Het Normaal Amsterdams Peil (NAP) bestaat 200 jaar. De Nederlandse standaard voor hoogtemeting werd in 1818 officieel. 'Iedere vorm van hoogte wordt ten opzichte van het NAP gemeten.'
Petra van Dam, hoogleraar Waterstaatsgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schreef een boek over het NAP, Van Amsterdams Peil naar Europees Referentievlak. Maandag is daarvan de boekpresentatie. 'Het NAP is in Amsterdam begonnen', legt de historica uit. 'In 1675 was daar een gigantische overstroming, daarna wilde het Amsterdamse gemeentebestuur het waterbeheer wat meer onder controle krijgen.' Vervolgens is in 1683 een jaar lang het niveau van de rivier het IJ opgemeten. 'Vervolgens hebben ze de gemiddelde zomervloed als nulpunt genomen en dat is het Amsterdams Peil geworden.'
Per koninklijk besluit
'In de eeuwen daarna is het Amsterdams Peil steeds meer overgenomen door omringende waterschappen', zegt hoogleraar Van Dam. Rond 1800 ontstond er de behoefte om in heel Nederland eenzelfde meetmethode te gebruiken. 'In 1818 vaardigde koning Willem I daarom een koninklijk besluit uit waarin stond dat het Amsterdams Peil in alle gebieden in Nederland gebruikt moest worden.' Het Normaal Amsterdams Peil was geboren.
Nog steeds de basis
Het NAP is nog steeds de basis van de hoogtemeting in heel Nederland, weet Van Dam te vertellen. 'Iedere vorm van hoogte wordt ten opzichte van het NAP gemeten. Van flatgebouwen tot viaducten.' In 1955 werd een Europees hoogtereferentienetwerk opgericht met als basis het Nederlandse NAP. Steeds meer landen namen daarna het NAP over als basis van de hoogtemeting. 'In 2007 is aan de Europese Commissie voorgesteld om dat voor de gehele Europese Unie geldig te maken, dat is nu in behandeling.'